de nieuwe leer in de grote kerk
174
volk nog loyaal opstelde tegenover het
gezag werd dit onderbrengen al gauw op
sluiten. Hun reactie was het veroorzaken
van een ravage in de kerk. Toen de gou
verneur van Vlissingen Tseeraerts, die met
Van Kuik naar Veere was gekomen om te
onderhandelen met betrekking tot de
overgang van Veere naar de Prins, dit ver
nam, schijnt hij naar de kerk te zijn ge
sneld, waar hij een paar soldaten met zijn
rapier heeft doorstoken sommigen zeg
gen: omdat hij door het stadsbestuur zo
goed was onthaald dat hij niet bepaald
nuchter was. In ieder geval is het hem niet
in dank afgenomen.
Er is nog heel wat gevochten over en weer
Middelburg was immers nog in Spaan
se handen en er waren niet weinig Spaan
se schepen in de Zeeuwse wateren zo
verwoed zelfs dat Hooft kon schrijven:
,,De verstikte menschen [een ijslijk too-
neef\ hingen en greenzen in de boom
gaarden onder de stadt, en kromden met
hun getal en zwaarte, inplaats van 't vroo-
lijk ooft, de telghen". Maar het pleit was
beslecht: Veere was en bleef in handen
van de Oranjegezinden.
Dit heeft voor het kerkgebouw natuurlijk
ingrijpende gevolgen gehad. Het moest
gezuiverd worden van alles wat aan de
Katholieke eredienst herinnerde. Dit
kwam goed van pas, want de oorlog eiste
veel geld. Tientallen schepen moesten
door Veere worden uitgerust en bemand,
de stad moest worden versterkt en verde
digd. Een klein voorbeeld: Jan van Kuik,
heer van Erpst, wierf op kosten van Veere
te Norwich 125 Schotse soldaten om als
garnizoen te dienen. Sommige Veere-
naren offerden in die jaren hun hele ver
mogen op, zoals burgemeester Hendrik
Somers deed. De stad verarmde dusdanig
dat de Prins bij één van zijn bezoeken aan
Veere een brief schreef aan de Nederland
se Gemeente te Londen om enige geldelij
ke steun voor Veere te vragen, al waren
het maar 2000 caroli-guldens. Het is daar
om wel te begrijpen, hoezeer ook te be
treuren, dat alle geconfisqueerde kerkelij
ke goederen van de hand werden gedaan
om als bijdrage in de kosten van de oorlog
te dienen. Alleen al aan koperwerk wer
den 11.781 ponden gewichts uit de kerk
verkocht.
Nu werd er in het schip een preekstoel
aangebracht en er werden banken om
heen getimmerd. Het ging immers alleen
nog maar om het horen van Gods Woord.
Zeker, er werd ook bij tijden het Heilig
Avondmaal gevierd, maar dat gebeurde
dan aan tafels die men voor de gelegen
heid in de zuiderbeuk achter de preekstoel
had opgesteld. Men kan de tegenstelling
van de Hervormde periode tot de Katho
lieke niet beter weergeven dan door tegen
de achtergrond van de herinnering aan al
die vroegere altaren Ds. Josua van Iperen
sprekend in te voeren. In diens Plechtige
Redevoeringe" van 1772 riep hij uit:
Alles, wat ik hier rondom met myne
oogen beglure, in dezen tempel, in dezen
tempel, in dit pronkjuweel van bouwkun
de, wekt myne blydschap op, geeft my
stoffe van erkentenisse, van opgetogene
erkentenisse en gulhartige dankbaarheid.
O! myne Ziele word verhemeld in myn
binnenste! myn geest word opgetrokken
in verrukkinge!" ,,0! welke eene ge
daante verwisse/inge! waar wy ons keeren,
waar wy ons wenden, wy vinden hier
geene beelden, geene altaren, niets hoe
genaamd, dat eenige aanleidinge tot by-
ge/oof zou kunnen verschaffen: alles
smaakt 'er naar de eerste Apostolische
eenvoudigheid!" De spreker had er ge
voeglijk aan kunnen toevoegen: behalve
mijn eigen woorden".
De Grote Kerk was dus van 1572 af in
gebruik bij de Hervormden, althans het
schip. Het transept was ,,wandelkerk"
geworden. Daar en onder de toren wer
den later de erebogen bewaard die had
den gediend bij de inhuldiging van Willem
IV en Willem V als markiezen van Veere.
Men vond het blijkbaar zonde van al het
werk om die zo maar weer te vernietigen.
Nog steeds werden de Veerenaren in en
om de kerk begraven. Er bestaan lijsten
van graven en graftomben, 176 in getal,
met soms veelzeggende inscripties, zoals
deze:
,,Hier leggen begraven de die na eren der
Gemeynte Jesus Christi die om de sware
vervolging en consciëntiedwang in Vrank-
ryk na het vernietigen van het bezworen
edict van Nantes verlaten hebbende, haar
vaderland en tydelyke goederen om Jesus
Christus getrouw te blyven ende zich heb
ben geretireert onder de bescherming
dezer landen en beroepen in de Fransche
Kerk binnen de stad Vere.
Anthony Catel geboren te Sedan, verdre-
ve predikant te Compeign in Pikardien,
sterft den 2! Augustus 1687 oudt38 jaren.
Estienne Robert verdreven predikant in
Guinnes, sterft 18 December 1688 oudt 36
jaren.
Het hallenkoor, de latere Kleinere Kerk,
was aanvankelijk waarschijnlijk nog niet
afgesloten van schip en transept. Het
werd echter niet meer gebruikt. In 1598
werd het verhuurd als opslagplaats voor
goederen aan de grote reder Balthasar de
Moucheron. Dat duurde echter maar tot
1604, omdat toen het handelshuis De
Moucheron failliet ging. De verhuur aan
De Moucheron was mogelijk geweest om
dat de Schotten, aan wie het koor in 1578
was toegezegd om te dienen als kerk
ruimte, er geen gebruik van hadden ge
maakt omdat er nog steeds geen Schotse
predikant was. Eigenlijk in 1613 werd de
derde hal van het koor door een muur
afgescheiden, zodat er een kleine kerk
ontstond die voortaan zou kunnen wor
den gebruikt door de Schotten die van
wege de wolstapel in Veere verbleven. Dit
hebben zij gedaan van 1614 af totdat de
Schotse stapel definitief uit Veere ver
dween in 1799. Daarna is deze hal nog
enige tijd door de Lutherse gemeente ge
bruikt, maar is in 1832 afgebroken, in
hetzelfde jaar dat de gewelven uit de
Kleine Kerk werden weggebroken.
De Hervormde gemeente toenmaals
geheten: Nederduits Gereformeerde ge
meente groeide gedurende de 17e
eeuw gestadig. In 1639 werd er al een
derde predikant benoemd, in 1653 een
vierde. Het werd nodig geacht een tweede
kerk te openen, want het bankenplan in
de Grote Kerk kon maar niet steeds wor
den uitgebreid, hoe goed de accoustiek
van deze kerk ook is. Daarom werden nu
ook de twee resterende hallen van het
koor afgescheiden van de Grote Kerk en
op 3 maart 1652 werd daar in wat voor
taan de Kleine Kerk zou heten, de eerste
predikatie gehouden. In 1685 mocht de
Waalse gemeente, opgericht vanwege de
toeloop van Franssprekenden uit België
en Frankrijk, de Kleine Kerk 's morgens
gebruiken, terwijl de Nederduits Hervorm
den er 's middags kerkten. De Waalse
gemeente heeft hier tot 1817 bestaan.
De brand.
We zijn nu gekomen tot de ramp van
1686. Op zaterdag 25 mei ontstond er een
brand, veroorzaakt door aan het dak wer
kende loodgieters. De zijmuren en de to
ren bleven behouden, maar pilaren waren
ontzet, zerken gebarsten, om 10 uur 's
avonds waren de drie kerken, de Grote, de
Waalse en de Schotse, in de as gelegd.
Ook de toren boven de vliering was ver
dwenen. De verslagenheid was groot. De
volgende middag al hield Ds. Abraham
Duvelaar een preek vanuit een raam van
het stadhuis tot de daat samengeroepen