vast en vloeiend
171
trokken wordt. Voorts dreigt het gevaar
en dat is belangrijker dat men
schoonheid, gezelligheid en dergelijke
steeds meer gaat associëren met het ver
leden. Er treedt dan een idealisering daar
van op en een terugval naar oude vormen
uit reactie tegen de bouwwerken van de
huidige tijd. Monumenten worden dan
een symbool voor de onvrede met de
huidige tijd. De romantische nostalgie zou
een rem kunnen betekenen op het zoeken
naar goede vormen - vergelijk ook de
stellingname van Van Klingeren in de Eu
ropese Gemeente nr. 7, augustus 1975.
Men verlangt naar rust en overzichtelijk
heid, de moderne eenvormigheid is men
beu. Daar ligt een probleem waarbij de
monumentenzorg voor een gedeeltelijke
oplossing kan zorgen, maar onze genera
ties zullen naar nieuwe vormen moeten
zoeken die onze behoeften bevredigen.
De monumenten kunnen als een vast punt
worden beschouwd in een dynamische,
vloeiende maatschappij. Zeker voor de
verrijking van ons woon- en leefmilieu
kunnen gerestaureerde en aangepaste
woningen zeer goed te pas komen. Zeker
als het gaat om wooneenheden die goed
koper kunnen worden vernieuwd dan dat
er geheel nieuwe huizen zouden worden
gebouwd. Juist door het utilitaire karakter
van monumenten te benadrukken, zullen
deze bredere aandacht verkrijgen.
LITERATUUR:
Heinemeijér, W. F., M. van Huiten en H. D. de
Vries Reilingh; Het centrum van Amsterdam.
(Amsterdam) 1968.
Klingeren, F. van; Monument of proces? Ook in het
monumentenjaar: on n'évite pas l'avenir. In: De
Europese Gemeente, 1975, nr. 8, augustus, pp.
31-35.
Raad der Europese Gemeenten (Dr. N. J. M.
Nelissen); Monument en samenleving. (Maastricht)
1975.