h. c. andersen en zijn zeeuwse managers 187 den ds. Hasebroek, ds. Ten Kate en de merkwaardige Boudewijn zijn, wanneer zij hoorden dat honderd jaar later juist in hun Middelburg de grote zomertentoonstelling en officiële herdenking van Andersens sterfdag op 4 augustus 1975 is gehouden. Nog steeds heeft Andersen blijkbaar Zeeuwse „managers". 1) Hans Reeser in Jaarboek 1973 van die Haghe. 2) Wie anders dan Andersen, biografie door Hélè- ne W. \/an Woelderen. W. van Hoeve, 1975. 3) Zie Zeeuwse Kroniek, M. P. de Bruin, Zeeuws Tijdschrift, 1970, pag. 25. 4) Schetsboek zonder schetsen, van H. C. Ander sen, facsimile herdruk uit 1862. W. van Hoeve, 1975. Hans Christian Andersen, 1865. Toen ds. Hasebroek Andersen op een soiree, dat Jacob van Lennep te zijner ere gaf, ontmoette schreef hij daar later over: „Andersen's voordracht was een voudig, maar voi ziel en uitdrukking, vol melodie en zang. Ais men hem hoorde lezen, begreep men: deze man heeft die woorden kunnen spre ken; hij ademde en leefde in zijn werk, als zijn werk in hem. Het werd onder Uw oog als nog eenmaal gebo ren en gij kustet het aldus geboren wordende schoone wonderkind nog eens welkom in dit leven." Eigen Haard, 1875] Wij zijn honderd jaar verder en nog zijn deze woorden actueel. Wie hem opnieuw leest wordt nog steeds door dezelfde geest geboeid. Ja, en hoe gelukkig zou-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 19