1782: een nieuwe pomp voor het abdijplein te middelburg 45 De bovenkant van de zuil is afgedekt met een dikke plaat lood. Direct op deze loden afdekking (ter bescherming van de kolom tegen weersinvloeden) staat de amphora als enig ornament. Op het middengedeelte der vaas zien wij duidelijk de druppels ron dom aangebracht. Aan het benedenge deelte van de vaas, echter nog boven de voet, zijn 16 lancetvormige bladeren ge rangschikt, eveneens in bas relief. Het is bekend dat bij de Grieken en Romeinen de vaas met twee handvaten diende om water mee te scheppen, vloeistoffen in te bewa ren of om er uit te drinken. Het attribuut dat wij hier aantreffen diende als geheel dui delijk ter veredeling van het object, een welgekozen element in de decoratieve vormgeving van deze pomp. Het alledaag se aanzien wordt ervan veredeld, tot een hogere graad gebracht door de am phora. Dit is een bewijs van de invloed der Antieken op de vormgeving van de Lode- wij k XVI pomp op het Abdij plein. Een andere aanwijzing daarvoor wordt ge vormd door de gebroken kolom van het pied-de-stal. Is dit immers niet een eerbied waardig symbool voor ouderdom in die tijd en graag op de een of andere wijze toege past al of niet in combinatie met bosscha ges bij een monument in algemene zin (obelisk etc.)? Boeken over tuinarchitec tuur in die jaren geven vele voorbeelden van een dergelijke vormgeving. Slangen Ik wil eindigen met te wijzen op de twee handvaten van de amphora, die ieder ge vormd worden door twee ineengestrengel de slangen zodanig dat aan beide zijden de koppen op de bovenrand van de amphora rusten en de staarten van de dieren onder ling verbonden zijn, zoals op de foto op blz. 42 duidelijk te zien is (9). Als wij zoeken naar een betekenis zo deze al aanwezig is van het slangensym bool aan onze vaas, dan is er de mogelijk heid deze te zoeken in het medische vlak wanneer wij de pomp zouden zien als ge plaatst in een „tuin" met een bron (welput, bornput). In het in Parijs (1771verschenen boek van architect J.C. Delafosse, dat han delt over de „Nouvelle Iconologie histo- rique" staat het geneeskundig embleem (esculaapteken) afgebeeld; de slang wordt daar gezien als het symbool van de Voor zichtigheid waarmede de arts altijd te werk moet gaan. Bekend is het verhaal van Ovidius over de vreselijke pestepidemie, waardoor 300 j.v. Chr. de stad Rome werd getroffen. De Romeinen riepen uiteindelijk de hulp van Aesculapius in. De god begaf zich in de ge daante van een slang naar de Romeinse hoofdstad en kwam daar als heilbrenger. Ons verdiepend in een mogelijke symbo liek achten wij echter Hermes, de verdedi ger der reizigers, boodschappers en zwer vende kooplieden, kortom de beschermer van de handelsactiviteiten uit de Griekse Oudheid (door de Romeinen Mercurius ge noemd) meer in aanmerking komen. Het voornaamste attribuut van het 600 v. Chr. ontstane beeld van deze Godheid n.l. de slangenstaf (ontstaan uit een takje van de olijfboom, waaromheen oorspronkelijk enige bandjes of strookjes gewonden wa ren, die daarna veranderden in twee slan gen). Wanneer wij op ons uitgangspunt terugkeren zou het Hermes-symbool be doeld kunnen zijn als wij in gedachten houden het aspect van de wereldwijde handelsbetrekkingen der Zeeuwen in de 18de eeuw en het enorme financiële be lang daarvan voor de gehele provincie als bron van activiteit. Conclusie: Het bestuderen van zeer vele afbeeldingen en beschrijvingen van boek werken op het gebied van de tuinarchitec tuur in binnen- en buitenland, door mij ver richt om mij te oriënteren over dit onder werp, heeft tot nu toe nog niet mogen leiden tot het vinden van een afbeelding van het ontwerp door Coenraad Kayser voor de pomp op het Middelburgse Abdij- piein getekend. Doordat evenmin een authentieke beschrijving aanwezig is met de aanduiding van de bijzonderheden blijft het een vraagpunt of hij en zijn op drachtgevers met de klassicistische motie ven nog een specifieke bedoeling gehad hebben, dan wei dat wij er niet meer in moeten zoeken dan het overnemen van een modieus thema, zoals zoveel antieke motieven in de Lodewijk XVI tijd opnieuw te pas werden gebracht. Helaas maakt het feit dat het archief van Middelburg in 1940 grotendeels verloren is gegaan het niet zo erg waarschijnlijk dat wij op dit punt nog eens volledige zeker heid zullen krijgen. Noten 1. Bulletin Kon. Ned. Oudheidkundige Bond, febr. 1975, blz. 27 t/m 30. 2. Notulen Staten van Zeeland 1759 - 15 juni. 3. Bestek Laurens van der Stel in Archief Staten en Raden, inv. no. 1086, Rijksarchief Zeeland. 4. Notulen Gecommiteerde Raden 1781 - 27 sept. 5. Idem 1781 - 7 november. 6. Idem 1783 - 26 februari. 7. Volgens mededeling van de heer De Lussanet is een buizenstelsel ondergronds aangelegd waar door de oude bornput gehandhaafd kon wor den. Deze bornput kreeg het regenwater van de daken van de Koorkerk en van de Abdijtoren. 8. De maten zijn bij benadering opgegeven. 9. Een afbeelding in de reeks vazen, door Edme Bouchardon ontworpen, geeft het motief der twee ineengestrengelde slangen. Evenwel zon der de functie te vervullen van een handvat. Van dezelfde kunstenaar is een fonteinontwerp be kend voorzien van het motief in kwestie; de bei de koppen der dieren rusten aan weerszijden op het bassin.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 17