1782: EEN NIEUWE POMP VOOR HET
ABDIJPLEIN TE MIDDELBURG !r. G. Sophia van Holthe tot Echten
Het stemmige, met bomen beplante Abdij
plein te Middelburg wordt omsloten door
architectonisch en historisch unieke ge
bouwen. Op het einde van de 16de eeuw,
na de Reformatie, verloor het eeuwenoude
complex zijn geestelijke bestemming en
sindsdien is het in gebruik bij het geweste
lijk bestuur van Zeeland. De belangrijkste
ruimten van het regeringscentrum als de
Statenzaal e.d. hadden uitzicht op dit bin
nenplein. Is het niet merkwaardig dat een
eeuw na de bestemming der gebouwen tot
het „Zeeuwse Binnenhof" nog een herin
nering aan de vroegere vrijplaats uit de
Middeleeuwen bewaard is gebleven? De
Gecommitteerde Raden en de gedeputeer
den, ter vergadering gaande of daarvan
daan komende, waren niet arrestabel. Dit
zelfde plein kwam korte tijd hierna, op de
overgang van de 17de naar de 18de eeuw
ter sprake voor een onderneming waarvan
weinig parallellen zijn aan te wijzen in de
Nederlandse historie nl. het plan tot het
oprichten van een metalen standbeeld
voor Koning-Stadhouder Willem III in het
hart van dit Zeeuwse regeringscentrum
(I).
Dr. P.H. Ritter jr. heeft het Abdijplein zo
treffend beschreven. Hij noemt het een
toegebouwde zaal met een open hemel,
waar het stadsleven door gewelfde poor
ten voorzichtig wordt toegelaten en aan
stonds binnen haar stemmige sfeer tot in
keer komt". Vele kunstenaars met hem
hebben in de loop van de tijd hun indruk
ken op de een of andere wijze pogen vast
te leggen. Deze „toegebouwde zaal" is op
zijn mooist in het vroege voorjaar en in het
najaar wanneer het lage licht schuin over
het plein valt.
Straatmeubilair
Midden op deze plaats bevindt zich een
bouwwerk dat om velerlei redenen waard
is om nader bekeken te worden. Op de eer
ste plaats speelt de factor van de geheim
zinnigheid een rol. Men is niet zeker of het
hier om een ruim 5 meter hoog sieraad gaat
midden in „den Hoff" gesitueerd op het
kruispunt van drie paden waarvan elk als
het ware gericht is naar een der poorten
van de Abdij dan wel of er sprake is van een
bepaalde functie die dit bouwwerk in het
verleden heeft gehad.
Het gaat om een onderdeel van het z.g.
straatmeubilair, onmisbaar in vroegere
tijden: een pomp voor de watervoorziening
der bewoners. De bestemming als zodanig
is inderdaad moeilijk vastte stellen, zo zeer
zij n wij het ontwend deze eertij ds pittores-