75 REDAKTIONEEL Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 22 BESTUURSMEDEDELING De leden worden er aan herinnerd, dat de contributie voor 1975 is vastgesteld op 40, derhalve 5,— meer dan vorige jaren. Voor 1975 en volgende jaren zullen wij aan de leden een acceptgirokaart toesturen ter ver eenvoudiging van de contributiebetaling. De acceptgirokaarten voor 1975 zullen in ver band met de vervaardiging hiervan eerst over enige tijd verzonden kunnen worden. Zij zul len alleen worden gezonden aan de leden die op dat moment nog niet uit eigener beweging hebben betaald. In de volgende jaren hopen wij de kaarten in het begin van het jaar te kunnen toezenden. JUBILEUM Het Zeeuws Tijdschrift zou dit jaar in een zilveren omslag kunnen verschijnen; het is er voor het vijfentwintigste jaar. Wat „doen" we er aan? Niet veel. We zeggen kalm en vooral ook heel stil „profi ciat" tegen onszelf en gaan vervolgens over tot de orde van de dag. Vijf jaar geleden bij het begin van de twintigste jaargang heeft de redactie zichzelf en de ontwikkeling van die twintig jaar gevolgd: van de schapevacht tot de enigzins vreugdevolle adolescentie. Was de redactie met die snelle viering van de volle twintig jaren er misschien wat be ducht voor dat de vijfentwintig niet ge haald zouden worden? Feit is dat juist in die tijd over „verdwijnen" werd gespro ken, feit is echter ook dat het Zeeuws Tijdschrift vandaag de dag een beèlist goede belangstelling geniet die tot ver dwijnen noodt noch noopt. Daarom: doorgaan, zonder een groot (en voor ons ongetwijfeld té duur) feest. We geven de lezer op afstand een handdruk. voor dit extra-nummer, prof. dr. C. A. van Swigchem. We zullen er overigens naar streven in elk nummer van deze jaargang wat meer aan monumenten, groot of klein, te doen zo dat duidelijk wordt dat de doelstellingen van het tijdschrift een binding met M-75 zeer goed verdragen. OMSLAG Met ingang van deze jaargang wordt het tijdschrift ook gesierd dooreen nieuw om slag, ontleend aan het werk „Spiegel- eiland" van de schrijver en beeldend kun stenaar Joop Dam uit Kloetinge. We heb ben het eerder zonder kleur kunnen gebruiken voor het Landschapsnummer en de reacties daarop hebben aanleiding gegeven tot deze wat gesublimeerde re prise. MONUMENTEN Bij deze vijfentwintigste jaargang komt dan misschien toch iets dat op een klein geschenk zou kunnen lijken. In de serie thema-nummers, vorig seizoen aangekondigd en begonnen met het „Landschapsnummer", hopen we dit maal op korte termijn een „extra" te kun nen realiseren dat alles te maken heeft met de „interesse van het jaar"; het mo nument. IJs, weder en de liquide middelen die nend, wordt het een dubbelnummer dat de grote zaken waar dikwijls al zoveel aan dacht aan geschonken wordt, gepast ter zijde laat om de baan voor het „kleinere", minder bedeelde monument eens wat rui mer te maken. Dat betekent dat nog zeer veel zaken on besproken zullen moeten blijven, maar een begin is dan in alle gevallen gemaakt. Een „klein comité" uit de redactie bereidt het nummer voor: 't Hooft, De Bruin, Cijsouw en de eindredacteur. De heren worden bijgestaan door de gastredacteur Van Joop Dam verschijnt binnenkort het „Getijdenboek", aanleiding voldoende om hem dan ook binnen het omslag te halen. O.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1975 | | pagina 26