doctor hendrika c. m. ghijsen 13 legen as om verlegen". Hoe groot is het gevaar door de Zeeuwse taal, die toch de mooiste is van allemaal, te worden opgeslokt. Hoe groot is het gevaar door de omgeving (Middelburg en Domburg, waar een straat de dr. H. C. M. Ghijsenstraat heet) te worden ingekap seld. Van hoeveel belang is dan de Zeeuwse nuchterheid, die de liefde voor het land insluit. Met veel instemming heeft zij het gedicht Walcheren van Betje geciteerd en wij citeren: Eiland daar myn blyde jeugd Steeds zó veel vermaaks mogt vinden, Dat het nog myn hart verheugt. Driewerf zalig die zyn leven In uw breeden lommer slyt; Meer vergeeten dan verheven; Onbekend en onbenyd; Die naar geen genot wil jaagen Daar 't verstand geen heil uit wacht; Die in 't btoeiendst zyner dagen Hoogmoed schuwt, met heerschzucht lacht; Die het stadsgewoel onttoogen in zijn lot zyn' wensch bepaalt. Hoewel hier Zuid-Beveland wordt be doeld, laten wij het ook op Walcheren slaan. Aan het slot van de algemeene voorrede van het gedicht Walcheren vertaalt Betje vrij een Engelse versregel: Van u, Hemel! die behagen schept in het goede, wacht ik de laatste belooning myns werks!" Mij rest al het goede te wensen. Dr. Ghijsen, Zeeuws Woordenboek(Foto: Wim Riemens, 1969)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1974 | | pagina 13