jan antiek
7
nen wij dit latere gebied, als in Zee
land gelegen, wel missen." Het zou pi
kant zijn als zich achter Zeelandus, die
een lovende bespreking wijdt aan de
Aanteekeningen in de Middelburgsche
Courant, J. A. Frederiks verborg.
De tentoonstelling in Den Haag trok
veel belangstelling. De Stuers had zich
moeite gegeven in zijn Aanteekeningen
alfabetische volgorde van steden en
dorpen, de monumenten te behande
len en van commentaar te voorzien zo
als bijvoorbeeld bij de kerk van Kerk-
werve: ,,op een veestal gelijkend",
het transept van die van Kloetinge:
„tot kolenhok vernederd". Zijn in
leiding bevat zijn credo. „De kerke
lijke hervorming der XVIe eeuw heeft
meenende Gode aangenaam te zijn,
doch vergetende dat in 's menschen
artistiek genie Gods gelijkenis het tref
fendst uitkomt de heerlijkste voort
brengselen der kunst hartstochtelijk
uit de kerkgebouwen geroofd en stuk
geslagen tot groote schade voor den
kunstzin en den smaak van volgende
geslachten. Het bestaan zelf der ker
ken is ten gevolge van die hervorming
bedreigd. Voor velen had men, toen
men er de wettige eigenaren uitge
jaagd had, en ofschoon men er allerlei
heterogene bestemmingen aan gaf,
geen of geen voldoend emplooi; men
liet ze dan vervallen en brak ze ten
slotte af." Waar men wel behoefte en
geld had om aan het herstel van mo
numenten te doen, stonden die werken
gelijk met vernietiging van wat kunst
waarde had. Ons land, zegt De Stuers
in 1893, heeft niet eens een monumen
tencommissie, terwijl alle beschaafde
landen er een hebben, ja zelfs Hindoe
stan, Egypte, Griekenland en Turkije.
Hij eindigt met de vraag of wij ons
roemrijk verleden wel waard zijn.
Wij kunnen niet eens zeggen dat Zee
land in het hart van De Stuers een
bijzonder plaatsje had, elke provincie
ging hem aan zijn hart. Wel vond hij
in onze provincie een gelijkgestemde
ziel, die in de manier van benaderen
zijn voetsporen drukte.
In februari 1898 richt Frederiks zich
in een gedrukt schrijven tot de kerk
voogden van de Hervormde kerk te
Bruinisse. Na de mededeling van het
voornemen van het college de oude
15e-eeuwse kerk gedeeltelijk af te bre
ken en een nieuw stuk daarvoor in
de plaats te bouwen kennis te hebben
Woning van de abt, later bisschop, aan de zuidzijde. Situatie 1 890.
Restauratie - Frederiks 1894.