jan antiek
5
voer van rioolstoffen te Middelburg
Het rioolvraagstuk was in den lande
actueel en acuut. Korte tijd later zal
Frederiks dit vraagstuk in het alge
meen behandelen in het Bouwkundig
Weekblad. In het jaar dat de werk
zaamheden aan de Abdij beginnen,
1885, schrijft hij over het arsenaal te
Veere, dat 16 mei van dat jaar publiek
werd verkocht. Dit fraaie staal van
renaissancebouwkunst uit 1565, be
kend onder de naam 's Lands Arse
naal of Zeemagazijn, viel voor enkele
duizenden guldens in slopershanden.
Frederiks noemt het een enig voor
beeld van militaire bouwkunst en vóór
de sloop verzucht hij binnen weinigen
tijd zal ons land wederom een ge
denkteken minder tellen, waardoor de
herinnering aan een roemrijk ver
leden levendig wordt gehouden."
Voor zover wij weten zal hij nog één
maal schrijven over een onderwerp
dat hem in zijn aannemerstijd moet
hebben bezig gehouden en sterk de
publieke belangstelling trok, en wel in
1887 in een brochure Openbare
slachthuizen in kleine gemeenten"
Terug evenwel naar 1885, toen in de
Abdij een begin werd gemaakt met het
instellen van een onderzoek naar de
gebreken, met het schoonmaken van
muren, het wegbreken van nutteloze
en hinderlijke puien en het herstel van
bouwvallige gedeelten. Frederiks, met
de restauratie belast, heeft zelf in de
Middelburgsche Courant van 22 ja
nuari 1902 van de toestand waarin de
gebouwen in de jaren tachtig verkeer
den een beeld gegeven.
,,/r? de 85 centimeter dikke hoofd
muren waren geheele series kasten
uitgebroken, om ruimte in de lokalen
te winnen; op andere plaatsen vond
men er schoorstenen en zelfs priva
ten in weggestopt. De gestadige toe
neming der archieven deed gebrek
aan ruimte ontstaan, in plaats van
andere gelegenheden op te zoeken,
waren de nieuwe aanwinsten maar op
gestapeld tot bergen, waardoor het
raadplegen zeer moeilijk en tijdrovend
werd of, wat erger was, zij be
dreigden door hun enorme gewicht de
reeds zwaar gedegradeerde muren en
vloeren met totalen ondergang."
Niets werd ontzien ,,Waar gewelven
een belemmering waren, werden zij
eenvoudig ingeslagen, kolommen door
het afhakken der profileeringen ver
zwakt, steunbeeren gewoonweg onder
mijnd, juist alsof deze onderdeelen
enkel bij wijze van ornament aange
bracht waren en of zij geen dragende,
stuttende of verbindende functies
moesten uitoefenen. Wat de zaak nog
bedenkelijker maakte, was dat de be
drijvers van al dat kwaad hun ellendig
geknoei aan het oog onttrokken door
lichte schotwerkenbehangsels, ce-
mentbekleeding en onvoldoende steun-
sels.
In Juli 1895 moest de vergaderzaal van
Gedeputeerde Staten, voor het uitvoe
ren van werkzaamheden, worden ont
manteld, en wat toen te voorschijn
kwam, grenst aan het ongelooflijke.
Over de geheele lengte van de zaal,
was de, oorspronkelijk 85 centimeter
dikke buitenmuur eenvoudig weg
gehakt tot op een dikte van een halven
steen en die open ruimte met lichte
schotwerken dichtgetimmerd. Deze
halve steensmuur bleek ten over-