Interessante vondsten uit de ruïnes
van het kasteel van West-Souburg
J. A. Trimpe Burger
In het Vlissingennummer van het Zeeuws Tijdschrift
22, 1972, 2 brachten we op pagina 108-1 12 een
kort verslag uit over het onderzoek naar de over
blijfselen van het in november 1971 herontdekte
kasteel van West-Souburg (slot Aldegonde). We
besteedden daarin aandacht aan de bouwgeschie
denis en de vroegere bewoners van het kasteel,
waarbij we terloops melding maakten van de rijk
dom en verscheidenheid aan bodemvondsten uit de
grachten, privaten en afvalputten. Deze vondsten
zijn inmiddels nader onderzocht, gesorteerd, zo
mogelijk gerestaureerd en tenslotte getekend, ge
fotografeerd en beschreven. Zo waren er duizenden
fragmenten van aardewerk die met wat geduld voor
een belangrijk deel weer konden worden samen
gevoegd en gecompleteerd tot een zeer fraaie
collectie kannen, kruiken, schalen, borden en curio
siteiten. De verzameling bestaat natuurlijk voor een
groot deel uit alledaags gebruiksgoed, keukengerief
(afbeelding 1maar daarnaast komen vrij veel voor
werpen voor die herinneren aan de weelde van wel
eer. Vooral de Bourgondiërs hielden er een luister
rijke hofhouding op na. Dat was in de tweede helft
van de 15e tot na het midden van de 16e eeuw.
Veel vorstelijke personen zijn er in deze periode te
gast geweest op het kasteel. We noemen hiervan
Maximiliaan van Oostenrijk, Karei de Stoute, Filips
de Schoone en zijn vrouw Johanna van Aragon,
Karei V en ook Prins Willem van Oranje.
De belangrijke collectie vondsten afkomstig van het
kasteel te West-Souburg zal in 1973 in een blij
vende expositie te bezichtigen zijn in een daartoe
speciaal ingerichte zaal van het Gemeentelijk Mu
seum te Vlissingen. We willen de lezers van het
Zeeuws Tijdschrift graag nu reeds de primeur geven
enkele zeldzame voorwerpen te aanschouwen:
KACHELOVENS
In de grachten van het in 1 572 door de Watergeuzen
verwoeste kasteel zijn enkele honderden fragmenten
teruggevonden van rijkversierde kachelovens. Onder
een kacheloven moet worden verstaan een oven,
omkleed met een bepaald soort uit klei vervaar
digde en daarna gebakken tegels (Kacheln1). Deze
tegels zijn vooral in de 15e en 16e eeuw fraai ver
sierd met reliëfs, waarin dikwijls aan de late gotiek
ontleende ornamenten zijn verwerkt. De aanschaf
van een kacheloven was vrij duur en vergde ook veel
plaats en speciale voorzieningen, vandaar dat zij
vrijwel uitsluitend voorkwamen in openbare ge
bouwen en kastelen. De oudste voorlopers van de
kacheloven ontstaan volgens Dubbe 2) omstreeks de
1 2e eeuw in het Alpengebied. Nog steeds worden er
in deze streek van dergelijke goede verwarmings
installaties gemaakt. De voordelen van een kachel
oven zijn, naast een goed warmterendement, dat
zowel het stoken als de rookafvoer in een aan
grenzend vertrek plaats vonden. Het door de kachel
oven verwarmde vertrek bleef daardoor vrij van stof,
roet en rook.
De kacheloven die in het kasteel van West-Souburg
heeft gestaan - mogelijk waren het er meerdere -
was samengesteld uit nisvormige, aan de voorzijde
groengeglazuurde tegels van roodbruin aardewerk
Afb. 1. Aardewerk uit de 15e en 16e eeuw, opgegraven in het
voormalig kasteel van West-Souburg, (foto B. Oele; restauratie
R.O.B., Amersfoort)
203