Nobel. Wie de stad vanuit het noorden nadert,
wordt namens de Vereniging voor Vreemdelin
genverkeer welkom geheten met een portret van
de leperd met zijn spitse snuit. Binnen de
poorten vind je dan het frituurhuis Maupertus
en een restaurant 't Voske. En wie troffen we
tussen het Delfts blauw op de schoorsteenmantel
aan bij onze gastheer, wethouder Brand? Alweer
de felle metten rode baerde.
In de Haarlemmerhout staan de heer Kegge,
oom Stastok en zes andere Biedermeyers uit de
wereld van Hildebrand in een kring bijeen; op
de wallen van Hoorn vind je de ferme scheeps
jongen van Bontekoe. In een gemeentelijk gazon
te Assen heeft Bartje een plaats gevonden,
Nieuw Vossemeer prijkt met een statue van
Merijntje Gijzen. Maar het is niet aan te nemen,
dat er een Haarlems etablissement Camera Ob-
scura bestaat (hoewel schemerige cafés erg en
vogue zijn). Evenmin geloof ik in een Asser bar
Bartje of in een Nieuwvossemeers café De
Kruik. Nee, dan Hulst: Frituurhuis Maupertus.
Rsinaert leeft in Hulst. Het mag u niet verbazen,
dat ik eerst van al dacht aan een nieuwe, een
zoveelste poets die de sluwaard zijn medebur
gers gespeeld had, toen ik binnen de wallen van
Hulst de ene sexshop na de andere ontdekte.
„Voor discreet en gezellig winkelen ons bijhuis
in de eerste straat links", lazen we in een
etalage. En er lag al zoveel gezelligs in die
loonruimte: een brochure, getiteld 'Zo wordt u
een hartstochtelijk man' en vanzelfsprekend een
andere, 'Z.w.u.e.h. vrouw'. Voor die uitstalkast
leerde ik dat er speciale Weekendsex bestaat, nu
ja, men is nooit te oud om te leren. Toen we
ons afwendden van de verzameling Smile, Cash,
Lolita, Sado en andere losbandigheid, drukte een
jongen ons een reclamebiljet in de hand. DE
SENSATIE VAN HET JAAR. BLUE MOVIE, de
ophefmakende film die in België en Amerika
verboden is. BESPREEKT TIJDIG UW PLAATSEN.
Is dit nu Hulst, waar veertig jaar geleden het
rijke roomse leven bloeide?
Het wordt de eerste vraag, die ik de heer Brand
stel. P. J. Brand, geboren en getogen in Hulst,
wethouder, archivaris, geschiedschrijver van de
Reinaertstad.
Brand verzucht: „Een trieste boel, meneer De
Bree, rechtuit weerzinwekkend. Maar ik verzeker
u dat het in Hulst met de prikkelcommercie
gedaan zou zijn, mochten onze zuiderburen even
tolerant zijn als wij. Want al stapt er wel eens
een verdoolde Hulstenaar zo'n winkeltje binnen,
de echte klandizie bestaat uit Belgen".
Het klinkt geloofwaardig, in Sluis en overal
elders langs de grens kun je dezelfde veront
schuldigende uiteenzetting vernemen.
„En wat het rijke roomse leven betreft", ver
volgt Brand, „zoals Michel van der Plas dat
getekend heeft, hebben we het hier nooit gekend.
Er werd in Hulst bijvoorbeeld vóór de eerste
wereldoorlog al gevoetbald. In het algemeen
stonden de mensen hier wat vrijer tegenover de
geestelijkheid dan in Brabant, daar ben ik van
overtuigd. Het socialisme vond in Hulst geen
voedingsbodem, maar dissidenten met linkse
aandriften kende het stadje zeer zeker. Notaris
Van Dalsum was er zo één. Hij koos duidelijk
partij voor de minstbedeelden, die hij letterlijk
met raad en daad bijstond. Vóór 1914 maakte
Van Dalsum een tijdlang deel uit van de Provin
ciale Staten van Zeeland, waarin hij de partij
der Onafhankelijken vertegenwoordigde. Een
braaf mens, in zijn laatste jaren een zonderling.
Van eigen vermogen gaf hij aan de belasting
dienst slechts de helft op, omdat de andere helft
naar hij zei van God was".