Maar met de .vrije" stranden, waar vooral de dagjes mensen komen, kunnen de verzorgende instellingen zich niet bemoeien. Naast de aloude strandrecreatie leren wij nu ook de dijkrecreatie kennen. Op een mooie tweede Pinkster dag, schrijft ir. M. A. Geuze in Cultuurtechniek3), leven langs een stukje Oosterscheldedijk van enkele kilometers vier-, vijfduizend mensen. Zij zetten tenten op de onderberm en stoken vuurtjes. De belangstelling voor het pachten van zeedijken is sterk afgenomen, er is geen rustige beweiding met schapen meer mogelijk door de veelvuldige massale aanwezigheid van vissers, recreanten, afval en loslopende honden. Zo zei het de dijkgraaf van Schouwen in zijn openingsrede op de algemene vergadering van het Waterschap (21-IX-'Ó5). Waar de grasmat kwijnt en wegrot, wordt ook het dijklichaam aangetast. De dijkgraaf constateerde: .Openstelling voor publieke betreding van de water kering gaat leiden tot minder goed onderhoud en uit eindelijk tot verwaarlozing, hetgeen levensgevaarlijk is". Na een opsomming van alles wat voor de hengelaars gedaan is (en dat is niet weinig!) vervolgt hij: „Omge keerd hopen wij dan op begrip en respect voor de ons toevertrouwde belangen. Helaas leren ons de feiten in vele gevallen het tegendeel. Op sommige plaatsen is het droevig gesteld en streng optreden, streng re glementeren en vooral controle is noodzaak geworden." Het moet duidelijk zijn dat dit ernstig woord desnoods door daden wordt waargemaakt, dat, mochten de om standigheden er toe leiden, de dijkrecreatie op Schou wen verboden zal worden. Streng optreden, controle! Dezelfde woorden bezigde een directeur van gemeentewerken, tevens hoofd van de reinigingsdienst. Hij be keek de Groedese foto met het bordje „Ver boden vuil te storten". „Kijk", zei hij, „in dit geval zou de recherche kunnen vaststellen, wie al die dozen daar ge deponeerd heeft. Er kan dan ook proces verbaal worden opgemaakt, maar of het tot een veroordeling zou komen, is een tweede." Recherche, vervolging. Kan het niet anders? Als het mogelijk is het overgrote deel van een volk ervan te overtuigen dat inenting tegen bepaalde ziekten een maatschappelijke noodzaak is, moet het toch ook mo- 3) Ir. M. A. Geuze: Landbouw en recreatie, Cultuurtechniek, no. 5, 1966. Vuil in de Middelburgse grachten gelijk zijn er in te hameren, dat landschapsveront reiniging een kwalijke zaak is? De disharmonie in het landschap spreekt maar weinig mensen aan, volks gezondheid en 's lands beveiliging tegen de zee zijn motieven, die iedereen wel verstaat. In een nabij verleden heeft een landelijke actie tegen het vuil maar povere resultaten geboekt. Misschien heeft men het verkeerd aangepakt. Wanneer het pu bliek belangstelling toont voor getekende Oosterschel- debruggen in de nabijheid van de reële, met vermelding van gegevens over de bouw van zulk een werk, heeft het mogelijk ook interesse voor beeldpublikaties ter plaatse, die de gevolgen van dijkverontreiniging aan schouwelijk maken. Wie weet, behoort bij de opgang van een illegale belt niet een bordje met een verbods bepaling, maar een kooi met tierige ratten of toch een bordje er bij: dit kweekt U. Het is 'maar een idee, nauwelijks doordacht. Maar hoe men de propaganda voor een zindelijke periferie van onze steden en een schoon landschap ook moge aan pakken, resultaat zal zij alleen boeken wanneer tevens iedereen er van overtuigd is, dat de overheid werkelijk het uiterste doet om burger en boer te ontlasten van het afvalpakket, dat met het pakket van consumptie goederen van jaar tot jaar groeit. 209

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 5