wassen, struiken en bomen in deze pro vincie zich niet kunnen handhaven. Deze vorm van luchtverontreiniging kunnen wij gemakkelijk aanvaarden, omdat het de na tuur is, die ons dit aandoet. 2. Er moet onderscheid worden gemaakt tus sen de directe en de indirecte reactie. De directe reactie doet zich op betrekkelijk korte afstand gevoelen door neerslag op gras en gewas. De indirecte reactie doet zich op grotere afstand gevoelen en is eigenlijk alleen nadelig voor de mens. Te denken valt aan versluiering van de zon door een „paraplu" van rook (uit hoge schoorstenen) en aan reuk. 3. Bij de bespreking van de vraag, hoe ruim men de invloedzone rond de luchtveront reinigende fabrieken moet trekken, blijkt dan ook, dat er een eerste zone is te onder scheiden, welke behalve aan de mens ook schade oplevert aan gewas (en dus ook dier) en een tweede zone, waar gewas en dier geen direct aanwijsbare last meer ondervinden, maar de mens nog wel. 4. Er zal uiteraard zoveel mogelijk worden gestreefd -mag men wel aannemen om schadelijke stoffen af te vangen. Helaas is S02 zeer moeilijk te binden, zodat hier al leen het problematische middel van de hoge schoorsteen ten dienste staat. 5. Het is van belang niet alleen de nulfase en daarna de mate van verontreiniging te me ten met apparaten, doch het verdient aan beveling de invloed van de luchtverontrei niging mede na te gaan met behulp van proefgewassen. Aangezien z.g. toetsplanten niet zonder meer een kwantitatieve meting opleveren moet men proeven nemen met kunstmatige verontreiniging in bepaalde doseringen op de proefgewassen. Dit gebeurt in Wageningen in begassingskassen. Op deze wijze kan men de tolerantie meten, waarna men in de bedreigde gebieden aan het gedrag der onderzochte gewassen kan afleiden, welke mate van verontreiniging ongeveer aanwezig moet zijn. 6. Het blijkt bovendien, dat er door zorgvuldig kweken in sommige gevallen resistente ge wassen zijn te telen. 7. Als het maximale percentage is bepaald, dat in een bepaald gebied kan worden ge tolereerd, dient aan elk bedrijf een zeker aantal „eenheden luchtverontreiniging" te worden toegewezen. Daarbij dient een re serve te worden achtergehouden, want men moet hierna nog rekening houden met la tere uitbreidingen van dat bedrijf en met vestiging van andere bedrijven in hetzelfde gebied. 8. Een complicatie wordt gevormd, doordat twee bedrijven, die elk op zichzelf onge vaarlijke gassen lozen, tezamen een onaan vaardbare verontreiniging kunnen veroor zaken, doordat de gassen zich in de lucht tot een schadelijke stof verenigen. 9. In dit verband wordt de vraag onder ogen gezien, of het juister moet worden geacht alle industrie zoveel mogelijk te concen treren, of dat het voordelen heeft industrie gebieden van bijvoorbeeld 500 a 800 ha af te wisselen met groene gebieden in dezelfde orde van grootte. Het blijkt, dat concentratie van bedrijven het nadeel meebrengt, dat er een soort permanente „paraplu" van verontreinigde lucht boven een groot gebied blijft hangen, welke zelfs een zonsverduisterend of al thans versluierend effect kan hebben. Af wisseling met groene gebieden heeft voorts het voordeel, dat de kans op interactie van op zichzelf onschadelijke gassen wordt be perkt. De vraag rijst echter, wat moet men in de groene zones doen? Mensen laten wonen of landbouw trachten te beoefenen? Wanneer er geen fluorgevaar is, komt vee teelt het meest in aanmerking. De scha delijke zone van fluor voor de veeteelt is namelijk 6 km, die van SO2 slechts 2 km. De groene gebieden zullen dus niet te klein moeten worden genomen. Echter kan door het aanbrengen van afschermende beplan ting de gevaarlijke zone nog wel worden teruggebracht, zelfs door de aanwezigheid van middelhoge bebouwing. De schadelijke gassen, welke de zogenaamde directe reactie veroorzaken (besmetting van gras, prikke ling van slijmvliezen enz.) gaan vrij snel naar beneden, tenzij bij zeer hoge schoor stenen, waarmede nogmaals het problema tische nut daarvan in het licht wordt ge steld. De indirecte reactie, welke optreedt wanneer de rook recht omhoog gaat strekt zich veel verder uit (zonsverduistering, ab sorptie ultraviolet licht). 10. Groen, vooral geaccidenteerd groen (bos) heeft een absorberend vermogen. De functie van een beschuttende bosstrook behoeft niet louter passief te zijn. Omdat de lucht in het bos meestal geheel zuiver is, leent dit zich heel goed voor reactie (Hydepark) is de plaats met de zuiverste lucht in Londen). 11. Uit praktisch oogpunt zal de afwisseling van industriegebieden met groene gebieden stellig bezwaren oproepen. Ook de tussen- gelegen groene vlekken zullen veelal de zelfde gunstige vestigingsfactoren bieden als de omliggende voor industrie bestemde gebieden. Voorts leidt een versnippering van het areaal door groene vlekken tot hogere infrastructuurkosten. 12. Bij wijze van voorbeeld wordt overwogen, wat de gevolgen zouden zijn van een aan eengesloten industriële band tussen het Sloe en de Biezelingse Ham met daarachter een groene zone en daar weer achter een woon gebied, bijvoorbeeld in de vorm van een bandstad. Gevreesd moet worden, dat een dergelijk ononderbroken industriefront een zo grote en permanente paraplu van ver ontreinigende lucht zou veroorzaken, dat 235

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 31