het telegraafkantoor) werd een telegram aan Z.M. de Kooning verzonden en reeds te 9.19 uur werd antwoord ontvangen. 1887: Slechts 2 vergaderingen waarvan de eerste pas op 28 juli te Hoedekenskerke plaatsvond. Na de vergadering reed men naar Ellewoutsdijk en men bezichtigde aldaar het museum van schilde rijen van de heer Van Hattem. Daarna een maaltijd, die de eigenares van „Schel- dezicht" alle eer aandeed en veel toasten. 1888: Een feestvergadering ter gelegenheid van de herdenking van het 10-jarig bestaan op 26 april 1886. Er waren slechts 18 leden van de 76. Er heerste een sombere stemming, het bestuur kreeg slechts een krediet van 25,voor het herden kingsfeest. En toch werd het een geslaagd feest! 21 juni 1888. Herdenking van het tienjarig bestaan der vereniging te Wemeldinge in het gemeentehuis. Al had men dan slechts een krediet van 25, gekregen, men wist er blijkbaar mee te woekeren. Wemeldinge was uitverkoren, daar wist men blijk baar goed te ontvangen. Er waren afgevaardig den van de zustervereniging in het voormalig vierde district van Zeeland (Z. VI. West). Hoe poëtisch is de inleiding van het verslag, waar uit blijkt dat men er echt de tijd voor nam: „Waar de natuur zich geheel in overeenstem ming toont met den kalender, mag dit zeker als eene zeldzaamheid worden aangemerkt en daarom mag dankbaar in herinnering worden gesteld, dat in 1888 juist op 20 juni de koude en gure lentedagen ons vaarwel zeiden, opdat de zomer den volgenden dag op plechtige wijze zijn intrede zou kunnen doen. Dat de lente haar uittocht deed met een schitterend hemelvuur- werk, dat daarbij het dorstend aardrijk ruim schoots werd gelaafd, het gaf alle stof tot dankbaarheid te meer". In Wemeldinge wist men hoe gasten te ontvangen. De Nederlandse driekleur wapperde van de toren en van verschillende gebouwen en woningen. Het gemeentehuis was fraai versierd, er stond een ere poort, waarop in sierlijke letters het opschrift stond „Hulde aan de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen op Zuid- en Noord-Beveland, We meldinge 21 juni 1888". De voorzitter bracht een feestgroet uit, waarin het uitnemende werk en de goede naam der vereni ging zeer werd bejubeld, de leden, door de dood aan de vereniging ontvallen, werden herdacht, maar, sprak hij opgewekt „al zijn sommigen weggegaan en treuren wij op hunne graven, weldra zal ook onze ure van scheiden slaan en zullen anderen onze plaatsen innemen. Gelukkig als wij gearbeid zullen heb ben terwijl het dag is, want er is nog veel te doen, en de vereeniging mag het kouter niet laten rusten". Deze feestgroet lokte een daverend applaus uit. De heer Hartman, initiatiefnemer tot de oprichting der vereniging sprak over de vraag, „hebben de administratieve verenigingen recht van bestaan". Hij herinnerde aan de oprichting van de vereni ging, in 1843 in Ruurlo door mr. R. W. Baron van Lijnden, die bij het 25 jarig bestaan dier vereni ging, toen commissaris des Konings in Zeeland, een gloedvolle rede hield. Nu zijn er meer dan 25 verenigingen in den lande. Hij somde het vele wat bereikt was, op. Verder kabbelde de vergadering door. Na sluiting en na de koffietafel begaven de aanwezigen zich naar het stoombootje „Vrouw Neeltje" van de heer C. Lindenbergh om naar St. Maartensdijk te varen. Het was verrukkelijk, en alhoewel de Schelde nog niet voldoende tot rust was gekomen de magen gaven geen blijken van instemming met die me ning kwam men in de beste stemming in de smalstad. Men was reeds vrolijk, men doopte een eilandje in de moeilijk bevaarbare haven „Burgemeesters eiland" maar men had een loods nodig. „Vrouw Neeltje" moest snel wegstomen vanwege het tij, maar het gezelschap ging welgemoed het stadje binnen. Vlaggen van vele huizen en op de markt trok alras de uitspanning van de heer Hage de aandacht en men stapte binnen om zich aan een frisse dronk te laven. De zaal was prachtig versierd, maar niet voor de heren doch voor een bruidspaar. De bur gemeester liet het stadhuis zien en de aldaar be waarde schatten. Men ging naar de kerk en toen snel per karre tje over Scherpenisse naar Gorishoek. „Vrouw Neeltje" voerde trots de kostbare last te rug naar Wemeldinge, waar een heerlijk en recht gezellig diner wachtte. Wemeldingse schonen boden fraaie ruikers aan. Traditioneel is het slot: „Er werd een toast ingesteld op Z.M. de Kooning en Zijn Huis, waarbij het droevig afsterven van Prinses Marie werd herdacht. De overige toasten willen wij stilzwijgend voorbijgaan niet om hunnen qualiteit maar wegens hunnen quantiteit". Men dineerde in de eetzaal van het logement van C. Daane, versierd met groen en bloemen. Buiten speelde het Wemeldingse muziekgezelschap „Oefe ning kweekt Kunst" onder directie van de heer De Brand, er was illuminatie en vuurwerk. En dit alles voor 25,I In 1889 en 1890 slechts één vergadering en daar van ontbreekt het verslag. Ook in 1891 en 1892 slechts weinig vergaderingen. Het jaar 1894 bracht een hele verandering voor de Vereniging van B. en S. op Zuid- en Noord-Beve land, maar eveneens voor alle andere soortgelijke verenigingen in deze provincie. Het is merkwaardig dat in de voorgaande jaren nimmer over deze ingrijpende wijziging is gespro ken, maar dat deze, naar het lijkt plotseling, is op gekomen, daar ook de notulen van de bestuurs vergaderingen hierover zwijgen. De Bevelandse vereniging blijkt een vroeger plan wederom te hebben opgenomen en nu met succes. De vereniging wordt uitgebouwd over de gehele provincie en gaat zich bovendien bezig houden met financiële uitkering voor de leden die de leef- 220

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 16