provinciale vereniging voor Zeeland. De poging mislukte, vooral de reisbezwaren waren heel groot. 22 juni 1882 was er een „regt feestelijke ontvangst, zoo in de Gemeente als in het onlangs gebouwde en het versierde gemeentehuis te Kloetinge". Het menu van die dag is wederom vermeld: Groentesoep, kippenpasteitje, zalm met worteltjes, kalfsvleesch met doperwtjes, saucijsjes met bloem kool, paling en ham met salade, dessert. De halve fles wijn was wel niet genoeg, immers er waren „wijnen die Rood waren of van den Rijn kwamen of die parelde in de glazen". Dan komt de eerste malaise. In de periode 1882 tot 1888 wordt er niet veel vergaderd in vergelij king met vorige jaren. Op 16 april 1883 wordt het 5-jarig bestaan der vereniging herdacht. De secretaris geeft een overzicht der geschiedenis waarvan het slot luidt dat „de Vereeniging, al viert zij heden haar eerste half lustrum dankbaar en voldaan den blik achterwaarts, en met moed en vertrouwen den blik voorwaarts mag wenden. Wanneer dezelf de lust en ijver voor de goede zaak den leden blijft bezielen, wanneer dezelfde mannen van invloed en zakenkennis haar blijven ondersteu nen, dan zal ten volle bewaarheid worden, wat bij de oprichting werd gehoopt, te weten, dat de 16 april 1878 eens met gulden letteren in de gemeente-geschiedenis van Zuid- en Noord-Be veland zal geschreven worden". Er werd weer gegeten voor 2,50. 18 juni 1884 vergaderde men te Hoedekenskerke in het „Paviljoen" bij P. Walraven aan de steiger, waar men uitstekend at. „Onder het genot der goed toebereide spijzen, met het gezicht op de Schelde, op wier wateren meerdere stoomboten zich voortbewogen, heerschte er gulle vrolijkheid en ongedwongen aangenaamheid". De toasten te vermelden ligt buiten het doel van dit verslag; toch verdient er een genoemd te worden. Nu ge beurt het wel eens meer dat men op een andere taal overschakelt, wanneer de vreugde stijgt. Hier door verklaar ik het volgende citaat: „De Voorzit ter stelde den officiëelen toast in op Z.M. den Kooning, doch verbond daaraan de herinnering aan de aanvankelijk geweken vrees, die geheel het vaderland in de laatste dagen in angst en spanning hield, omtrent den toestand van den troonopvolger. Met een daverend „Er lebe hoch!" werd de wensch, aan het slot van den toast uit gesproken, voor het lang leven van den Prins, be groet". Nog een woord van hulde aan mej. Wal raven en onvermijdelijk „de 18 Juni 1884 kan met gulden letteren in de annalen der vereeniging geboekt worden". De vaderlandse driekleur wap perde uit het gemeentehuis, van de school en on derscheidene particuliere gebouwen te Hoedekens kerke. Op een der volgende vergaderingen kwam nog een typisch geval naar voren. De majoor-commandant der dienstdoende schutte rij te Goes had de schutters zaterdag j.l. eerst om 7 uur „afgedankt". Wat blijkt nu? Er moest 2 uur worden geoefend. De oefening mocht niet vóór 5 uur aanvangen. De oefening moest geëindigd zijn een half uur voor zonsondergang i.e. te half zes. Arme majoor, die dergelijke voorschriften moest uitvoeren In 1885 vergaderde men o.m. in Yerseke, overigens slechts in een schoollokaal. Men had veel kritiek op van alles en nog wat deze keer: „De Commissie, in 1884 reeds ingesteld over het onderhoud van wegen en slooten in de Gemeenten, had nog niet gerapporteerd; men klaagde over het feit, dat een auditeur bij den schuttersraad van een batail- lon rustende schutterij, die 50 jaarwedde geniet daarvoor niets anders doet, dan eenmaal 's jaars het mandaat voor zijne bezoldiging teekenen en dergelijke zaken. De stijl bleef deftig: „Nog wordt medegedeeld dat sedert de laatste vergadering is overleden het lid C. V. te Wemel- dinge. De jeugdige surnumerair, eerst ten vori ge jare lid geworden zijnde, moge nog niets ten openbare nutte gedaan hebben (sic), toch wordt hij herdacht met een weemoedig ge voel, want zijn ijver en zijne ontwikkeling, ge paard met zijn edel karakter, deden iets goeds voor de toekomst verwachten". Tenslotte ging men door de gemeente wandelen, oesterputten bezoeken waar men veel bewijzen van gastvrijheid ondervond en natuurlijk tot slot een diner geleverd door de vrouw van J. Hart- hoorn, dat uitmuntend mocht heten. Wederom me nige heildronk (op den Kooning, den bloei der vereeniging, het gemeentebestuur van Yerseke, de oestercultuur enz.). In 1886 wederom slechts 3 vergaderingen en wat erger is een slechte opkomst, ook op de hoofdvergadering met attracties op 14 juli in de gemeenteschool te Wemeldinge. De vaderlandse driekleur wapperde van de open bare gebouwen en uit vele woningen. Het school lokaal was zeer doelmatig ingericht en op keurige wijze met vlaggen en groen, met portretten en op schriften versierd. Het is daarom dubbel te be treuren zegt de secretaris dat de vergade ring zoo schaarsch bezocht was. Er waren omstandigheden: het ongunstige weer, het doen van rekening der ambachtsheerlijkheid Cats, het opmaken en berekenen der waarde van de tienden in vele gemeenten. Door den Heer C. Lindenberg, wethouder der ge meente werd den leden een watertochtje met zijne stoomboot „Neeltje" aangeboden. Het was te stormachtig om naar Zierikzee, Tholen of St.-Maar- tensdijk te gaan, dus dan maar een tochtje door het kanaal met de Zondagsvlag in top. „Neeltje" bracht verversingen mee en de Heren naar het paviljoen van den Heer L. Luik te Hansweert, al daar aangename kout. Toen stoomde „Neeltje" terug naar Wemeldinge, alwaar een gezellige en keurig bereide dis wacht te, gekruid door aangenaam gesprek en bekroond door vele toasten, waarbij meermalen Bengaals Vuur wordt afgestoken. Voor 8 uur (sluiting van 219

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 15