Tend ensen in de organisatorische ontwikkeling
van het algemeen maatschappelijk werk in Zeeland
Drs. H. W. Hieikamp
a. Het ontstaan
De ontwikkeling van het uitvoerend of algemeen
maatschappelijk werk in deze provincie (in de zin
van beroepskrachten en organisaties) is geleidelijk
gegaan en vooral landelijk gestimuleerd.
De crisis van 1929, die ook grote invloed heeft
gehad op de landbouw, deed de centrale overheid
besluiten om naast steunverlening in de vorm van
geld en goederen, aan de landbouwers en land
arbeiders ook in sociaal opzicht stimulerend te
werken. Daarom werd door het toenmalige mini
sterie Handel, Nijverheid en Landbouw in het jaar
1936 de dienst voor de kleine boerenbedrijven op
gericht.
Deze dienst hield zich aanvankelijk uitsluitend be
zig met huishoudelijke voorlichting. De rapporten
signaleerden echter een grote achterstand op so
ciaal en cultureel gebied onder de kleine boeren.
Al spoedig, zo staat er in de diverse rapporten te
lezen, bleek de noodzaak om meer aandacht aan
het maatschappelijk werk te besteden. Daartoe
werd in 1941 een landelijke stichting voor maat
schappelijk werk ten plattelande opgericht. Het
land was onderverdeeld in een aantal districten,
leder district had een leidster in dienst, die tot taak
had de sociale en culturele voorzieningen op het
platteland na te gaan en het maatschappelijk werk
zoveel mogelijk te bevorderen. In ieder district
waren een paar maatschappelijk werksters werk
zaam, met als werkgebied een plattelandsgemeente
van gemiddelde grootte of een aantal kleinere ge
meenten. Deze krachten moesten dan het werk in
overleg met de plaatselijke overheid en de kerke
lijke en particuliere instanties organiseren. De or
ganisatie was dus geheel in centrale handen en
werd voor 100% door het rijk gesubsidieerd. In
1947 wordt de eerste maatschappelijk werkster in
Zeeuwsch-Vlaanderen aangesteld.
De centrale organisatie verhuist via de ministeries
van Landbouw en Visserij en Sociale Zaken naar
Maatschappelijk Werk. Er komen stemmen op om de
zaak te decentraliseren en de verantwoordelijkhe
den te leggen bij de kerkelijke en particuliere in
stanties. In 1952 valt het besluit, na advies van
een landelijke commissie samengesteld uit ker
ken, kruisverenigingen en plattelandsorganisaties
om de stichting Maatschappelijk Werk op te
heffen en het werk over te dragen aan de plaatse
lijke of regionale instellingen. De voorwaarden
zijn, dat men financieel en organisatorisch in staat
is het werk naar behoren uit te voeren. Het rijk zal
mee gaan financieren.
Het is begrijpelijk dat met de nodige voorzichtig
heid de zaak werd aangepakt. Gedelegeerden,
speciaal daartoe aangezocht, zwermen uit om ter
plaatse informaties te verkrijgen. Zeeland heeft de
primeur en wel op 4 juni 1954 te Goes. Als reden
wordt er in het verslag van deze vergadering ge
noemd „omdat dit een vrij homogene provincie is,
waar het maatschappelijk werk zich na de ramp
sterk heeft uitgebreid".
In 1954 waren er de volgende maatschappelijk
werksters in dienst van de Stichting Maatschappe
lijk Werk ten Plattelande:
R.K. 1 Sas van Gent, Philippine, Westdorpe;
1 Hontenisse;
1 Hulst en St.-Jansteen;
1 IJzendijke, Biervliet, Breskens, e.a.;
1 Aardenburg, Sluis, e.a.;
Prot. 1 Schouwen en Duiveiand;
1 West Zeeuwsch-Vlaanderen;
1 Burgh, Haamstede.
Op 1 januari 1956 beëindigt de Stichting Maat
schappelijk Werk ten Plattelande haar activiteiten
werk over. Voor Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen wordt
een overgangsregeling vastgesteld, geldend tot
1 januari 1958.
b. Periode 1947-1953
Het maatschappelijk werk heeft in Zeeland zijn
eerste aanzet gekregen in de periode 1947-1953.
Na de oorlog waren er ook van kerkelijke zijde
organisaties of commissies ontstaan die het maat
schappelijk werk ter hand namen. Evenals elders in
Nederland is het vooral de gezinsverzorging ge
weest die een krachtige stimulans hieraan heeft ge
geven. De leidster heeft meestal een opleiding maat
schappelijk werk genoten, waardoor het mogelijk
wordt, om naast hulpverlening op medische indica
tie ook het sociale aspect tot zijn recht te laten ko
men. Men zegt wel eens dat gezinsverzorging het
meest zichtbare deel van de maatschappelijk
werk zijde is.
Gezien deze achtergrond en de dunbevolkte stre-
145