Het Nonnen'uus te Sint-Annaland Foto: mr. T. Kannegieter Opschrift boven deur: Godt hee(f)t den vrome lyef tot allen tyden Nochtans oefent hy haer doer druyck en li de Daerom lanckmoedich weest waet u geschiet Wre(e)ckt nimmermeer u selven nyet De wra(e)cke compt Godt toe boven op syn leere lek salt vergelden spre(e)ck de Heere i De walvis van 1682 Telkens wordt in de gesprekken herinnerd aan een levend verleden. Of het nu de brand betreft van 1692, het huis dat de catastrofe heeft overleefd, of de sociale toestanden. Het behoeft ons niet te verbazen, wanneer we bedenken dat vroeger de verschijning van een walvis zelfs aanleiding gaf tot opvoedkundige opmerkingen: AANSPRAAK TOT DEN LESER Gij Ouders, sijn uw kinders traag In 't leeren lesen, maakse graag; Het grauwen, snauwen, dikwijls slaan; Is de verkeerde weg gegaan; Te stip, te wrang, is haar een plaag; Hoe sal men dan? is dat de vraag? Dit dunkt mij dat wel 't veiligst is, En oordeel sellef of ik mis. De Jeugd moet altijd besig sijn, Want ledig lopen, dat 's fenijn. Met deze wijze woorden werd het pamflet: De seldsaame en noit gehoorde Wal-vis-vangst, voor gevallen by St. Anna-Land in 't jaar 1682 den 7. October, midsgaders, een pertinente beschrij- vinge van de geheele Groen-landse-vaart, ingeleid. Met koperen prentverbeeldingen versierd, zien we op deze prenten op de achtergrond Sint-Annaland liggen, terwijl op de voorgrond het jagen op en het vangen en ontleden van de vis zich afspeelt. Om de lezer vooral de ernst van het leven bij te bren gen wordt ook nog aan de watervloed van het begin van het jaar 1682 herinnerd, die in de om geving grote schade heeft berokkend. 't Geen eertijds is gebeurd, behoeft men niet te vreesen, Wanneer men waarlijk vroom en heilig tragt te wesen. Tien jaar later treft niet het water, maar wel het vuur Sint-Annaland. Op 24 mei 1692 schrijft de vertegenwoordiger van de ambachtsheer aan de E. hoogh geachte Heer Philip Doublet, Heere van St. Annelant, Hannevosdijck etc., in den Hage aldaer int Voorhout: lek en can niet naedaeten sonder natte oogen sijn ed. bekent te maecken den ellendigen staet van St. Annalant, 't is dan soodanigh dat Godt almachtich gemelte plaets heeft gelieven te be- soecken nu vrijdagh laest cort aen de middagh met een swaeren brant Van Diest, zo heet de vertegenwoordiger, geeft dan een opsomming van hetgeen verloren is gegaan en bewaard is gebleven. Dirck van Noorde werd voor de schuldige aangezien of zijn vrouw. Het gezin was voortvluchtig. De huizen aan de ring van de kerk waren alle verbrand. Wat aan de kaai stond en de huizen op de Molendijk waren gespaard gebleven. Verder vielen de nieuwe meestoof en de brouwerij aan het vuur ten offer. Van Diest be sluit zijn brief: ick en can door de groote alteratie niet meer schrijven alsoe onse plaets te beklage is ende veel luden sullen moeten vertrecken soo sij niet geassisteert werden om wederom te bouwen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 20