horen zodanig op elkaar zijn afgesteld dat de mensen die er wonen en werken er optimaal kun nen functioneren, zoals men dat ook binnen de in dustrie probeert te bereiken. Anders gezegd dat industrie en recreatie er zijn voor de mensen en niet omgekeerd dat de mensen er zijn voor de industrie en recreatie. In vele gebieden heeft men zich aanvankelijk wei nig zorgen gemaakt over de gevolgen van een snelle en intensieve industrialisatie voor de mens die in deze gebieden moet wonen, werken en zich ontspannen. Lucht-, water- en bodemverontreiniging zijn op sommige plaatsen zo erg geworden dat men probeert er wat aan te verbeteren, maar voor alsnog met weinig succes! In Midden-Zeeland moet men er voor zorgen dat het nooit zo erg wordt dat er wat aan verbeterd moet worden. Voor Zeeuwsch-Vlaanderen is dat al niet meer mogelijk. Naar analogie van wat het doel van de human factors research is, nl. de aanpassing van de werk omgeving en machines aan de mens, zou ik willen stellen dat men het in een industrialiserend gebied wonen, werken en zich ontspannen zo moet aan passen aan de mens dat deze dingen zoveel mo gelijk frustratie-vermijdend zijn en blijven. Het is misschien wel goed om uiteen te zetten wat een frustratie is, want frustratie is evenals introvert en secudair-reagerend een van die woorden uit het psychologische jargon die een grote mate van bekendheid hebben gekregen en daardoor aan exacte betekenis hebben verloren. Een frustratie is een toestand die bestaat wanneer een doelgerichte activiteit gehinderd wordt. B.v., U wilt 's morgens in Uw auto stappen om naar Uw werk te gaan en merkt dat Uw auto niet wil starten. De meeste men sen zullen hierdoor korter of langer meer of min der uit hun evenwicht raken. Wat ik t.a.v. wonen en werken frustratie-vermijdend vind, zou ik met een aantal voorbeelden willen toe lichten. Het huidige verkeer in het westen van ons land is voor diegenen die er dagelijks in verkeren, en dat zijn er velen, een grote bron voor frustraties. Na afloop van zijn werk wil iemand graag naar huis en stapt daarom in zijn auto. In plaats van rustig naar huis te kunnen rijden, wordt hij telkens door andere weggebruikers soms op de meest on verwachte momenten gehinderd in deze bezigheid. De doelgerichte activiteit van het naar huis rijden wordt telkens onderbroken. Men heeft bij het on derzoek van de reacties van allerlei mensen die in een auto zich door dergelijk verkeer moeten bege ven, geconstateerd dat tijdens het rijden er in hun lichaam dezelfde physiologische veranderingen plaats vinden als van iemand die omdat hij be dreigd wordt, wil gaan vechten of vluchten. De bloeddruk neemt toe, het hart klopt sneller, er komt meer adrenaline in het bloed e.d. Men noemt dit de z.g. emergency reaction. Het gevolg is dat de chauffeur in een toestand verkeert waarvan het niet wenselijk is dat het dagelijks enige keren ge beurt. Terzijde opgemerkt: het is dan ook niet zo verwonderlijk dat een heel enkele keer een chauf feur wel eens met een andere chauffeur op de vuist gaat. Mijn conclusie hieruit is dat wanneer men gaat in dustrialiseren, men er voor moet zorgen dat de wegen in dit gebied van het begin af aan dusda nige afmetingen hebben dat de werknemers zich naar en van hun werk kunnen begeven op een zo danige wijze dat zij niet in een dergelijke toestand van opwinding geraken. Verder dat in de uitbrei dingsplannen de straten zo breed zijn, dat de mees te mensen hun auto voor hun huis kunnen laten staan. Het verbaast mij telkens weer wanneer ik met de auto rijd door nieuwe wijken van de meeste woonplaatsen, op tijden dat de meeste mensen thuis zijn, ik als een dronkeman door deze straten moet rijden omdat de straten over het algemeen slechts zo breed zijn dat twee auto's elkaar net kunnen passeren. Wanneer er aan de rechterkant een auto staat moet je helemaal naar links uitwij ken en wanneer er dan aan de linkerkant een auto staat moet je weer snel naar rechts enz. Deze wijze van rijden ergert vele mensen. Daarbij komt nog dat het stratenplan en de erin voorkomende krui singen of andere samenvloeiing van wegen vaak verre van overzichtelijk zijn. Bovendien kunnen in zo'n straat dan de meeste mensen hun auto niet voor hun eigen deur zetten wat hen ook ergert. Een ander punt wat in deze frustratie-vermijdende sfeer hoort, is het niet meer zo gehorig zijn van de woningen die men in de toekomst gaat bouwen. Het gehorig-zijn van vele van de huidige woningen is een bron van veel ellende en ook maakt het het in vele gevallen onmogelijk dat een kind zich, ik zou haast zeggen, normaal ontwikkelt. Het is voor een gezonde ontwikkeling van een baby normaal dat het af en toe eens flink huilt. Zijn longen en daar mee het bloed worden dan zeer goed van zuurstof voorzien en dit is van veel belang voor de ontwik keling van de hersenen. Maar wanneer het woont in een huis waar de buren onmiddellijk reageren als een baby huilt, zal de moeder geneigd zijn het kind te remmen in het uiten van deze behoeften. Wanneer het kind net kan lopen, is hef gewenst en heeft het vreugde aan het de hele dag rond drib belen door de kamer en te spelen met alle moge lijke dingen die het oppakt en laat vallen. Wan neer het huis zo gehorig is dat de benedenburen het de hele tijd horen, ligt het voor de hand dat die er bezwaar tegen maken en wordt het kind in deze uiting weer gefrustreerd. Zo zou ik nog vele dingen kunnen noemen die de ontwikkeling van het kind remmen en de uitingen van de volwassenen in de woning ten gevolge van de gehorigheid frustreren. Ik hoop U hiermee duidelijk gemaakt te hebben wat ik bedoel wanneer ik zeg dat men in een gebied dat gaat industrialiseren rekening moet houden met de behoeften van de mens. In stelling 3 heb ik een poging gedaan op enkele andere facetten te wijzen die verband houden met wat ik genoemd heb een geleidelijke en verstan dige industrialisatie. Dit past ook helemaal in mijn poging om de in dustrialisatie frustratie-vermijdend te laten verlopen, nl. in de eerste plaats dat de industrie niet blijvend hinderlijk moet zijn, en ik heb daarbij gewezen op lucht- en waterverontreiniging. Er onmiddellijk bij hoort bodemverontreiniging. Velen hebben hier over reeds zoveel gezegd dat het niet nodig is, 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 3