Zeeuwse kroniek In 1906 zijn kerk en toren gesloopt. De twee nog aan wezige, haast onleesbare, grafzerken heeft men toen vóór het knekelhuisje neergelegd. De heerlijkheid Evenals het naburige 's-Heer Arendskerke was Sinouts- kerke een heerlijkheid die niet in het bezit was van één ambachtsheer. Bij versterf gingen de rechten over op de gezamenlijke erfgenamen voor zover hun erf deel een bepaald percentage van de 442 belastbare bunders groot was. Het aantal ambachtsgerechtigden was dus variabel. Zo vonden we er in 1446 negen vermeld, waaronder de heer van Vere en Pieter, David en Jacobus van Baersdorp. In 1846 waren er zes am bachtsgerechtigden. Het inwoneraantal Vooral in oude bronnen wordt nogal wat ophef ge maakt over de vroegere grootte. Speciaal Baarsdorp wordt dan een aanzienlijk dorp genoemd. Ik ben mis schien op dat gebied een wat ongelovige Thomas. Als men weet, dat er in de middeleeuwen in groot-Zuid- Beveland, d.w.z. met inbegrip van de eilandjes die er later aan zijn vastgedijkt, ongeveer zestig kerken en kerkjes waren en dat er in die tijd slechts een gedeelte van het tegenwoordige zielenaantal woonde, dan kan onze conclusie moeilijk anders zijn dan dat op tal van plaatsen 10 15 gezinnen een kerk gingen stichten. Daarover zal men vele jaren gedaan hebben en steun van de ambachtsheren was onontbeerlijk. Baarsdorp en Sinoutskerke zijn dan ook ongetwijfeld steeds zeer kleine parochies geweest. Enkele houvasten hiervoor kunnen we vinden in de Tegenwoordige Staat en in een archief. De eerste bron geeft van vrijwel elk dorp het aantal huizen op van omstreeks 1750, doch vindt het niet de moeite waard om een specificatie te geven van de heerlijkheden 's-Heer Abtskerke, Sinoutskerke en Baarsdorp. We vinden voor deze drie samen 47 huizen vermeld. Voor het aantal inwoners zult U dit met 4 a 5 moeten vermenigvuldigen. Uit een ander gegeven is aantoonbaar dat het eerste dorp ruim twee maal zo groot was als het tweede, terwijl er tien jaar later te Baarsdorp elf lidmaten van de kerk te 's-Heer Arendskerke woonden. Hierbij moet dan een onge noemd aantal doopleden opgeteld worden, terwijl het natuurlijk niet uitgesloten is dat er toen één of een paar rooms-katholieke gezinnen gewoond hebben. De beide hier besproken dorpen zullen dus ieder om streeks tien huizen geteld hebben. Een eeuw later stonden er in de heerlijkheid Sinouts kerke 13 huizen. Daarin woonden vijftien gezinnen. Op het dorp zelf stonden negen huizen die veertig bewo ners telden. Vorig jaar telden we te Baarsdorp nog drie bewoonde huizen, terwijl iemand het plan had een der leegstaande woningen in te richten tot zomer residentie. M. P. de Bruin Landschap Hoe heeft Zeeland er voor het jaar 1000 uitgezien? Als een reusachtige schorrenvlakte, zoals prof. dr. A. Verhulst beschrijft in zijn kort geleden verschenen monografie: Het landschap in Vlaanderen in historisch perspectief? Hij beschrijft het gebied langs de Vlaamse Noordzeekust in de 8e en 9e eeuw aldus: „Met het begin van de verlanding van de kreken werden grote delen van de reusachtige schorrenvlakte, welke zich verder dan het vroegere veengebied landinwaarts tot de huidige grens van de Zandstreek uitstrekte, langzamerhand droog. De zee trok zich tijdens de zgn. Karolingische regressiefase, die een aanvang neemt in de 8e eeuw, ten gevolge van een nieuwe zeespiegelda ling schoksgewijs, naar men aanneemt terug, zo dat de meest landinwaarts gelegen schorren het eerst .rijp" werden. Op de hoogste delen van de schorren ontstond een zoute vegetatie, geschikt voor schapen teelt, die naar gelang de ontwatering vorderde gelei delijk van botanische samenstelling veranderde en on der de vorm van grassen geschikt werd voor de teelt van rundvee. Het is echter een zeer langzaam proces geweest, dat meer dan 100 jaar kon duren". Op Schou wen en Walcheren was de zeekant beschermd door een min of meer brede duinenrij, waar zeer waarschijn lijk bospartijen aanwezig waren. Meer landinwaarts kunnen wij de schorvlakten misschien het best met het Verdronken Land van Saaftinge vergelijken. De schor ren en slikken met hun vegetatie, dooraderd met kre ken, waren voor het landschap dominerend. De ge zichtseinder werd door duinen en water bepaald. Transgressie De polderstreek langs de Vlaamse Noordzeekust, zegt Verhulst, dankt haar ontstaan aan verschillende over stromingen van de zee. „Deze worden verklaard door zeer langzame, periodieke zeespiegelrijzingen, die op hun beurt in verband staan met een tijdelijke verwar ming van het klimaat. Onder bepaalde weersomstandig heden geven zij aanleiding tot langdurige overstromin gen van het kustgebied, transgressies genoemd". Het 128

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 24