ZORGVLIET EN ZIJN BOUWHEER
Van de pers van de stoomdrukkerij G. Hovens Gréve
te Steenwijk kwam in 1909 de brochure: ,,Op alle
straten rouw; toespraak naar aanleiding van het over
lijden op 21 Oct. van den WelEdel Geboren Heer J, C.
van Hattum van Ellewoutsdijk gehouden in de Ned.
Herv. Kerk te Ellewoutsdijk op Zondag 24 October
1909 door Ds. D. Bins Jr. „De eerbied die wij voor
onze ambachtsheer koesterden," zei de dominee, „was
niet een eerbied voor zijn bezit, maar een eerbied voor
hem zelf. Welk een rijken en krachtigen geest had
God hem geschonken! Met spannende energie en
grooten ijver heeft hij zich weten naar boven te wor
stelen: steeds hooger en hooger. En met geweldige
geestes- en lichaamsinspanning heeft hij ten slotte een
hoogte bereikt, waarop slechts weinigen verkeeren.
Met eere wordt zijn naam genoemd in binnen- en bui
tenland, waar grootsche bouwwerken getuigen van zijn
ondernemingsgeest en zijn scherp doorzicht. Hij heeft
den roem van den Nederlandschen naam ver over de
grenzen gehandhaafd, en heeft zoo zijn land en zijn
volk groote diensten bewezen. Zijn leven was van
groote, nationale betekenis. En het is daarom, om de
ontplooiing van die geesteskracht en energie, dat wij
zijner van morgen gedenken met eerbied!".
Romein heeft in een bescheiden boek over de biografie
de opmerking gemaakt dat het „over de doden niets
dan goeds" zou moeten zijn: over de doden niets dan
op goede wijze. Voor ons gevoel is de goede wijze van
1966 een andere dan die van 1909.
„Wij zijn onze ontslapen Ambachtsheer dankbaar.
Want als wij van een ding overtuigd zijn, dan is het
toch zeker wel van dit: Als God ons dezen man niet
gegeven had, dan ware Ellewoutsdijk nooit geworden,
wat het nu is. O zeker, er werken hier nog andere
factoren mede. Ik zou niet graag vergeten het wijs
beleid, waarmee onze gemeente bestuurd wordt, het
rechte inzicht, in wat haar belangen dient; maar dat
haar begeerde welwezen werkelijkheid kon worden en
vorm aannemen in allerlei dat onmiddellijk ons van
voordeel is, dat hebben wij te danken aan het warme
hart van JAN CHRISTIAAN VAN HATTUM VAN EL
LEWOUTSDIJK, dat nu opgehouden heeft te kloppen.
Hoe lief had hij onze gemeente! God had zijn schre
den hierheen geleid en hij heeft hier het beste gevon
den, wat een man op deze wereld vinden kan: een
voortreffelijke vrouw, wier waarde, naar de Spreuken
dichter zegt, de waardij van robijnen te boven gaat. En
om harentwil had hij hart voor haar geboorteplaats. En
om haar genoegen te doen, was hij er steeds op be
dacht, die voor hem gewijde plek in eere te houden.
Hier zette hij het vriendelijke, witte slot „Zorgvlied",
dat zoo'n verrassenden indruk maakt op den vreem
deling, die van de landzijde ons dorpje nadert. En hier
begon hij te werken aan de stoffelijke en zedelijke ver
heffing van de bewoners".
De fondsen worden in de toespraak niet vergeten: „Dat
uw vrouwen nu spoediger opsterken, als God U weer
een kind in de armen gelegd heeft, hebt ge aan zijn
mildheid te danken. En als straks ziekte in onze wo
ningen binnendringt, dan is wederom hij het geweest,
die de kunst in staat stelde al die middelen aan te
wenden, die voor doelmatige verpleging dienstig zijn.
Zoo had hij een open oog voor uw stoffelijke belan
gen. En voor de zedelijke niet minder, toen hij een
som beschikbaar stelde om een goede volksbibliotheek
in te richten, waardoor geschikte lectuur in uw huizen
kon komen, en ge verheffende omgang zoudt vinden in
stille uren".
Ds. Bins vergeleek de ambachtsheer met een branden
de en lichtende kaars die ons voor een korte tijd
immers wat zijn 72 jaren? met haar schijnsel heeft
verheugd.
Op onze rondgang door het dorp hebben wij nog
een man gesproken die als kind aan de hand van
zijn vader de schilderijen in de zaal van Zorgvliet
heeft bekeken. Nog klonk de eerbied in zijn stem.
De meeste schilderijen imponeerden alleen al door
125
I