De z.g. jagerstoren van het slot Waar de kring van woninkjes rond de kerk even onder broken is, kijken we uit op een parkachtige tuin van de Van Hattums. Er is een ruïne opgetrokken met een gothische boog. Het is waar: de steen is oud. Er ligt een eilandje, waarop eens een theehuis heeft gestaan, of wellicht een orangerie. Om volledig te zijn lopen we naar de zeedijk, Daar, onder de kruin op Deltahoogte, ligt het stukje Van Hattumsbezit, voortspruitend uit het recht van aanwas. Westelijker spiegelt het slijkhaventje, mogelijk nog ge bruikt voor het transport van landbouwgewassen; nog iets verder rijst het oude fort, dat volstrekt niet gefoto grafeerd mag worden. Op de terugweg rijden we langs bij Hans Warren in 's-Gravenpolder. Warren kent dit land als geen ander, hij is in Borssele geboren en getogen. ,,Of ik het huis van de Van Hattums gekend heb? Ja zeker. Lang voor '44 ben ik eens in de bouwval op dat eilandje ge weest. Ik vond er een dode reiger. Er hing toen al een sfeer van ondergang. En het huis zelf het maakte op mij de indruk van een paviljoen op de wereldtentoon stelling, dat men vergeten had af te breken..." Nu, daar heeft het geweld van de oorlog dan voor gezorgd. Links en rechts van de weg, die op Ellewoutsdijk aan loopt, hebben de nazaten van Jan Christiaan elk een nieuw huis gebouwd, solide grijsgetinte blokken. Solide als de pijlers van hun Oosterscheldebrug. De Van Hattums, aannemers van werken. L_JT eaiamaa wwn n msMtéÉiafc ssjr Taifc m jrM

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1966 | | pagina 20