Zeeuws
prentenboek
Tegen het eind van de jaren vijftig maakte H. Pieters,
bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek, een haas
tig begin met de prentbriefkaartenverzameling, die nog
tijdens zijn leven zou uitgroeien tot een collectie van
duizenden souvenirs aan het oude Zeeland, dat van
vóór 1940. Pieters kocht op veilingen de uit hun band
gezakte albums vol lichtdrukprentjes van Axel en Zie-
rikzee, met Groeten uit Sint-Jansteen of Stavenisse.
Soms stapte hij in trein of bus, om in de garen- en
bandwinkeltjes van Ovezande en Zaamslag te gaan
speuren, wat er mogelijk aan nooit verkochte ansicht
kaarten op zolder lag. Bij de vaste bezoekers van de
bibliotheek informeerde hij voorzichtig en discreet of
zij wellicht nog enkele vergeten kaarten van dorp en
stad bewaarden; de correspondentie mocht onleesbaar
gemaakt worden, de oude ééncents-postzegels wilde
hij er desgewenst afweken...
Pieters leefde naar de trant van de negentiende eeuw.
Hij had nooit leren fietsen, de pedalen en bedienings
knoppen van de eenvoudigste auto kwamen hem inge
wikkeld voor als de apparatuur va.n een computer. Ja,
ik geloof dat hij een auto eigenlijk niet passend vond
voor gewone" mensen; maar gretig accepteerde hij
altijd mijn aanbod samen nog eens op jacht te gaan.
We reden dan een middag door Zeeuwsch-Vlaanderen,
van Nieuwvliet naar Cadzand en Retranchement. Ver
der dan twee, drie dorpen kwamen we nooit, want
elk gemeenschapje werd grondig uitgekamd. Van de
kruidenier belandden we bij de hoefsmid, die ons weer
verwees naar een landbouwer in ruste of naar de
koster.
Het had soms werkelijk iets van een jacht. Wanneer
Pieters een hem onbekend prentje onder ogen kreeg,
stokte zijn adem, waarschijnlijk sloeg ook zijn hart dan
wat sneller. In zijn ogen verscheen de glans van het
begeren, zoals bij de jager, die een paar hoge lepels
in het koolveld ontdekt. Zo effen mogelijk zei hij:
„Kijk, het oude stóomtrammetje op de Markt in Oost
burg", of: „Daar heb je de molen nog, die is in '24
afgebrand", maar soms trilde zijn stem.
Eens, toen wij bij de verzamelaar Bol in Yerseke een
goede slag hadden geslagen zat hij op de terugweg te
neuriën op de maat van de zwaaiende ruitenwissers.
Zijn nooit verslappende belangstelling, zijn geestdrift
werkten aanstekelijk. In de tiende jaargang van het
Zeeuws Tijdschrift begon ik een reeks praatjes bij
plaatjes, die gedurende vier jaar onder de titel Zeeuws
prentenboek werden afgedrukt.
Er was, na 144 populaire beschrijvinkjes bij even zo
vele prentbriefkaarten achteraf bezien geen enkele
reden om de serie af te sluiten. Destijds meende ik,
dat een voortzetting de lezers vervelen zou. Het is met
zo'n rubriek als met een feestje: opbreken voor de
stemming wegebt.
In zoverre men met betrekking tot het Zeeuws Tijd
schrift van talrijke lezers kan spreken, mag ik zeggen
dat velen mij hebben aangemoedigd het Zeeuws pren
tenboek nog eens open te slaan, er nog eens in te
bladeren.
In samenwerking met M. P. de Bruin, beheerder van
het Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied, dat is
verbonden aan de Provinciale Bibliotheek, hoop ik de
eerstkomende jaargangen een nieuwe serie dorps- en
stadsgezichten uit het nabije verleden van Zeeland te
publiceren. Oude foto's zowel als prentbriefkaarten
zullen ons daarbij van dienst zijn. We stellen ons voor
keer na keer één onderwerp te behandelen. De ouver
ture, zo U wilt de inleiding of het overzicht, zal mijn
aandeel in het werk zijn, terwijl De Bruin, adjunct-
bibliothecaris, die facetten nader zal belichten, welke
hij het belangrijkst voor de lezers vindt, of het meest
interessant.
Met de willekeur, die bij deze rubriek past, hebben wij
deze eerste keer het oog laten rusten op
ELLEWOUTSDIJK.
We zaten tegenover de heer Van Overbeeke, gemeen
tesecretaris van Ellewoutsdijk, in diens kamer op het
gemeentehuis. Stofvrije, stalen kasten, een glanzend
bureauvlak en al het administratief gereedschap, dat
daar bij behoort.
Kijk, hier staat het", zei onze gastheer, onder 21 fe
bruari 1862: Jan Christiaan van Hattum, aannemer van
werken, oud vierentwintig jaar, geboren te Sliedrecht,
gehuwd met Frederika Wilhelmina Dina Cornelia
Adriana Prumers, oud eenentwintig jaar, dochter van
Johannes Tobias Prumers, notaris..."
Hij schoof het register wat opzij. ,,Deze Van Hattum is
de schepper van het gebouwencomplex, dat U zo pas
een suikerbakkerspaleis noemde. Hier op het dorp spra
ken we van het kasteel. Van Hattum is niet de eigen
lijke bouwer geweest. Toen hij naar Ellewoutsdijk kwam,
stond daar al het huis van dokter Vleugels. Ginds loopt
nog net Dokterswegje. Van Hattum verdiende veel geld
bij de aanleg van het Suezkanaal. Na zijn terugkeer uit
Egypte bouwde hij de woning van dokter Vleugels uit
122