8 Zeeuws Tijdschrift
Oosterscl
NUMMER 6 15e JAARGANG 1965
Het is niet altijd eenvoudig mijlpalen in de tijd te plaatsen. Wat is ten slotte historisch en
wat niet? Van nabij voldoen hieraan veel meer zaken dan van verre. Daar komt nog bij dat
het Zeeuws Tijdschrift nogal eens moeite heeft de actualiteit te betrappen. De daarvoor aan
te voeren alibi's zullen onze lezers weinig interesseren.
De opening van de Oosterscheldebrug op 15 december jongstleden maakt alle aanspraak
op een uitzonderingspositie. Historisch is het belang er van te vergelijken met de aanleg van
Kreekrak- en Sloedam, honderd jaar geleden. Beter nog met de aanleg van de spoorlijn
van Roosendaal naar Vlissingen, omdat deze ten slotte het begin is van het massaverkeer.
Een alibi om ook deze keer te zwijgen zou met de beste wil niet te vinden zijn.
Midden-Zeeland behoeft nu niet meer via Noord-Brabant naar de Randstad te reizen,
Schouwen-Duiveland heeft zijn vaste verbinding met het centrale deel van Zeeland. Hier
althans is aan het rijk van de veerdiensten een eind gemaakt. Ook zij die een afkeer hebben
van het importeren van allerlei modernismen in Zeeland zullen hierover verheugd zijn. Wij
kunnen niet meer terug (dat zeiden wij vroeger als de laatste boot vertrokken was en dat
blijft Zeeuwsch-Vlaanderen zeggen, maar dan in andere zin). Wij kunnen ook niet halver
wege blijven steken en zullen ons aan deze zijde van de brug verder moeten toerusten, op
alle terreinen en in alle sectoren.
Er blijven twee grote bezwaren, de brug is nog slechts een tors, In de eerste plaats drukt
op ons een voor Nederland exclusieve tol, twee zelfs voorlopig. De weg is immers van slechts
regionaal belang, de ruimtelijke ordening dus nog overwegend papier. Of zou het wegen
fonds een oplossing kunnen bieden?
Dan is er nog de Westerschelde. Ondanks uitmuntende veerdiensten en nog uitmuntender
dubbeldekkers-plannen blijft Zeeuwsch-Vlaanderen overkant" en overig Zeeland voor de
Zeeuwsvlamingen trouwens ook. Van onze centrale ligging in noordwest Europa en Benelux
zal nog weinig terecht kunnen komen, Tot 1971 zeker niet, na 1971 spoedig?
Laten wij optimistisch eindigen. Er is een groot werk verricht. Eigenlijk is een der aantrekke
lijkste aspecten van het Deltaplan nu uitgevoerd. De loopplank ligt uit voor een verdere
sprong. Zonder overdrijving mag worden gesteld dat mede door deze stimulans Zeeland
zich naarstig voorbereidt op een nieuwe toekomst. MCV.
269