Foto's: mr. Tina Kannegieter Stelle op het land van Saaftinge Een eeuwenoude constructie: schapenbrug over een kreek AL P. de Bruin Wanneer we de Schelde opvaren van Zeeland uit naar Antwerpen, zien we voorbij Walsoorden het Verdronken Land van Saaftinge opdoemen. Ver volgens varen wij er met een wijde boog omheen door het Nauw van Bath om dan dicht bij de grens weer dicht bij Saaftinge te komen. Op de hoog begroeide schorren zien wij op enige afstand van elkaar twee loodsen of stallen voor een groot aantal schapen. Varen we nog wat verder dan is de rust voorbij. De N.V. Nederlandse Gasunie en de Waterleiding Mij. Zeeuwsch-Vlaanderen trekken met hun buizen door de Schelde en door een ge deelte van het land van Saaftinge. De rust van de schorren wordt verstoord door draglines en andere machinerieën. Wie denkt, dat hier sprake is van „even een buisje trekken" door de schorren, komt bedrogen uit. Een enorm bedrijf met modern ma chinepark heeft zich hier genesteld in een gebied, waar even verderop herders, honden en schapen ronddwalen als voor duizend jaar. Vooirdat in Vlaanderen en Zeeland bedijkingen wer den uitgevoerd het maken van dijken wordt rond het jaar 1000 of kort daarna aangevangen wer den op de schorren bergjes als toevluchtsoord voor herders en kudden opgeworpen, waar zij bij hoge vloeden een goed heenkomen konden vinden. Tot in de vorige eeuw heeft men in Zeeland stelbergen of stellen, zoals deze bergen werden genoemd, met schapen gehad. Thans is het land van Saaftinge het enige gebied, waar nog twee stelbergen met stallen bestaan, waarin honderden schapen onder dak ge bracht kunnen worden. Het Verdronken Land van Saaftinge is in het laatste kwart van de lóe eeuw drijvende geworden, om een ouderwetse uitdrukking te gebruiken. Bracht de be ruchte stormvloed van 1570 voor dit gebied al veel narigheid, militaire inundaties en de oorlogsom standigheden in het algemeen maakten het blijvend tot schorrengebied, nog slechts geschikt voor scha penteelt. In een notariële akte van begin januari 1594 lezen wij, dat Zacharias de Jonghe en Cor nells Geerdssoon Bijsterman een overeenkomst aan gaan tot oprichting van een „societeyt ofte ge meenschap" om een schor bij het vroegere kasteel Saaftinge „te beslaene met schoepen ende ander vee". Uit de condities noteren we, dat uit gemene beurs de jaarlijkse pachten van het schor zullen worden betaald, alsmede de kosten van reparatie van stellen, schuiten, drinkputten, werven, dammen, en het huren van herders en knechten. Gezamen lijke toestemming is nodig om over te gaan tot aan koop van schapen en lammeren. Op het ogenblik herbergen de stelbergen op het land van Saaftinge ieder een 350 schapen. Wanneer we een bezoek aan deze stellen brengen, passeren 244

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 8