Door een ordeloze halfstedelijke bebouwing wordt de
schaal verkleind en krijgt men de suggestie, dat het
land „vol" is. Daarom moet ook niet meer tegemoet
worden gekomen aan de wens om een „tweede wo
ning". Hoewel hiervoor ogenschijnlijk nog ruimte is,
wordt er teveel door bedorven ten gunste van enkelen
en ten koste van velen. In de werkelijke behoefte aan
tweede woningen kan in Nederland niet meer worden
voorzien. De mogelijkheden zijn te klein in verhouding
tot het aantal, dat dit wenst en nog zal gaan wensen.
De provinciale besturen van Utrecht en Gelderland
hebben dan ook reeds besloten geen medewerking
meer te verlenen aan het tot stand komen van tweede
woningen. Hetgeen de druk op Zeeland zal verhogen!
De behoefte, die zeer begrijpelijk is, zal moeten wor
den gekeerd door een betere en meer royale stede-
bouw, waardoor de trek naar buiten wordt geremd. Dat
kan door meer groenvlakten of door de optimale
vorm: het scheppen van „woonbossen", waarin het
boskarakter overheerst en het kernbos openbaar toe
gankelijk terrein is. Een dergelijke opzet zou passen
in de stedelijke zone's VlissingenSouburg Middel
burg Nieuwland, en 's-Heer Arendskerke Goes
Kloetinge.
Ten aanzien van „zomerhuizen" kan worden gezegd,
dat de opzet hiervan in Zeeland in vele gevallen uit
stekend geslaagd is; onder meer zijn te noemen de
activiteiten van de stichting Renesse, de gemeenten
Vrouwenpolder en Wissenkerke en het recreatieschap
„de Braakmanpolder". Ook hier moet worden gestreefd
naar concentraties. Dit geeft een betere en eenvoudiger
landschappelijke verzorging, terwijl het aanleggen van
speelvelden, voorzieningen van water, elektriciteit en
telefoon, de aanleg van wegen en parkeerterreinen
doelmatiger kan geschieden.
Hetzelfde geldt voor caravanparken en kampeerter
reinen. Een compromis dient te worden gezocht tussen
een zekere regeling en concentratie en het laten be
staan van een zo groot mogelijke verscheidenheid om
aan ieders wensen tegemoet te kunnen komen. Alleen
op deze wijze zal het landelijk gebied als zodanig
blijven bestaan en daarbij tevens de nodige achter
grond kunnen vormen voor alle andere activiteiten.
Tegenover de verstedelijking en concentratie van de
bevolking in bewoningskernen zal het nodig zijn in
bepaalde streken, met name vooral in de kustgebieden
een doelgericht beleid voor de groenvoorziening te
vormen. Het incidenteel aanleggen van beplantingen
rond zomerhuiscomplexen, kampeerterreinen en der
gelijke is onvoldoende. De stedelijke en industriële uit
breidingen verlopen volgens weloverwogen plannen.
Voor de wegenbouw worden grootscheepse plannen
ontwikkeld. Ook ten aanzien van de landschapsbouw
zal meer initiatief moeten worden ontplooid. Er zal
moeten worden voorzien in de gestegen behoefte aan
meer bossen, kampeerterreinen, visplaatsen, passende
ruimten voor vakantieverblijf in een aantrekkelijk land
schap, waartoe uitgebreide beplantingen in verschil
lende vorm nodig zijn. Met b.v. de aanleg van door
lopende stroken openbaar terrein, die zich door het
gehele landschap weven en die het toegankelijk maken
voor zowel de autochtonen als de toeristen. Zo kan
een gehele streek tot een „gemeenschaps-landschap"
worden, waarin overal terreinen bereikbaar zijn ge
maakt en toegerust tot aangenaam verpozen.
Kloosterzande
De mooiste olmen van Zeeland dreigen het slachtoffer te
worden van een weg verbetering
Sluis
De fraaie populieren staan er nóg. In 1920 Icapvergunning
geweigerd ingevolge de toen geldende Boswet!