Daar is een groeiende sfeer, daar is steeds iets nieuws te ontdekken, daar is ook nog stilte, ja, Middelburg is een mooie, levende stad aan het worden. Op de vraag waarom ds. De Veij Mestdagh uit Zeeland wegtrok, is een eenvoudig antwoord: hij is er nooit beroepen! In de bijbel staat immers: geen profeet is geëerd in zijn eigen land? Zijn eer ste proefpreek was op Zoutelande. Hij kreeg er twee rijksdaalders voor. In Westkapelle hield hij de dijkwerkers uit de middagslaap met zijn preek over Johannes, daarom beriepen ze hem niet. Later is hij blij geweest niet naar Zeeland beroepen te zijn, want in Holland klopt toch het hart van Ne derland, aldus de predikant. Oorlog en leed is hem in Holland ook niet be spaard gebleven. In Rotterdam in 1940 had hij een grote gemeente in een wijk van 23.000 mensen. In één dag was de hele wijk in as gelegd, ook het predikantenhuis met alle boeken, papieren en eigen levenswerk. De mensen weg, als dominee zonder beroep uitgeleend aan Den Haag, waar hij duizenden mensen getrokken heeft met zijn bril jante preken, die van een enorme bijbel- en ge schiedeniskennis getuigen. (Dit laatste voegt zijn ega toe!). Och, het verlies van je geschriften is nog wel te verwerken, maar dat je zoon niet meer uit Duitsland terugkomt.... Ach, er is zoveel, wanneer men eenmaal met ouwe Zeeuwen in den vreemde aan de praat raakt, en de essentie van een tachtigjarig mensenleven kan men niet in een kort artikel samenvatten. Duidelijk is het evenwel, dat de ondertoon voor zijn geeste lijke kracht in later jaren is gelegd in, wat hij ka rakteriseert als zijn gelukkige en onvervangbare jeugd op Walcheren. De Veij Mestdagh is een kos telijk verteller over die jeugdtijd van 1890, maar we gaan afscheid nemen met een laatste vraag, hoe hij Zeeland nu en in de toekomst ziet. Daarop komt een scherp en helder inzicht over de sociologische situatie van Zeeland. Zeeland staat internationaal aan de verkeerde kant, sinds zij overspoeld wordt door Duitsers. Dat brengt cultu reel verburgerlijking (zonder iets van een individuele Duitser als mens te willen zeggen). Zeeland hoort historisch bij de Angelsaksische cultuur, de Britten en Fransen hebben Zeeland haar allure gegeven, maar de laatste decennnia brengen de oosterburen het gevaar van geestelijke degeneratie in Zeeland. Straks volgt dan nog de inname via de dam door de vesting Holland en dan zijn we er als Zeeuwen geweest. Doodzonde. Voorlopig is het echter nog niet zover, dat de cul tuur van Zeeland tot het verleden behoort, en bij het afscheid zijn we dankbaar, dat het „ouwe" Zeeland aan haar zustergewest Holland zo'n recht geaarde, en cultureel zowel als religieus fijnbe snaarde Zeeuw gedurende meer dan zestig jaar heeft uitgeleend! Moge de diepzinnige en heldere geest van deze geboren Vlissinger nog lang door werken, en nog vaak als welkome gast met zijn echtgenote in Middelburg te zien blijven! Moge ten slotte hetgeen De Veij Mestdagh in zijn negen tiger jaren over zijn vriend, Johannes van Patmos, wil schrijven, door vele mede-Zeeuwen gelezen worden „Kom mee, de eendjes voeren!" „De A.O.W. is ook weer opgetrokken." „Ik heb een hele dikke korst brood bij me." „En nou praten ze weer over een uitkering ineens." „Die geef ik aan de zwanen." „Maar die gaat onze neus voorbij." Foto Wim Riemens 224

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1965 | | pagina 12