Weet je nog toen het niets was, alles was: jij opende de deur, een lichte groet, even hield je mijn hand vast, en ik streelde even als bij vergissing langs je schouder. Toen lichtte je het deurkleed op en wij gleden in een verlicht aquarium van lach, pianospel en avondjurken. Aarzelend in dat ogenblik was lente dichterbij dan in viooltjes, werd liefde inniger beleden dan in al de verzen die 'k je sindsdien schreef. HANS WARREN 154

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 2