Het lezingenprogramma 1964-1965
speeld, moet bovendien onder
zocht worden de graad van
contacten tussen bewoners
van het Deltagebied onderling
en met elders woonachtigen.
Consequenties hiervan zijn:
A. Dit onderzoek behoeft niet
over de volle breedte ge
houden te worden, maar
kan geschieden door pei
lingen in zorgvuldig geko
zen, representatieve ge
meenten.
B. Vele secties zullen bijdra
gen tot dit onderzoek kun
nen leveren. Bovendien zal
er ruimte zijn voor de op
richting van nieuwe sec
ties: b.v. psychologie en so
ciale psychologie.
Dit onderzoek kan echter
niet worden uitgevoerd
door vrijwilligers alleen of
in hoofdzaak, maar moet
door gesalarieerde vak
mensen worden aangevat.
Aan het slot van het congres
resumeerde prof. Vercruysse
nog als volgt de beide moge
lijkheden:
1. registratie van cultuurvor
men, volgens een van te
voren opgesteld plan, om
te komen tot complete in
ventarisatie. Uit te voeren
door vrijwillige medewer
kers onder auspiciën van
het Zeeuwsch Genootschap,
mits het plan door deskun
digen wordt opgesteld.
2. Sociaal-wetenschappelijk
onderzoek naar de sociaal-
economische structuur in
het Deltagebied, met de
mogelijkheden die deze
biedt voor het welzijn en
de welvaart van de bevol
king. Dit laatste onderzoek
is geboden, doordat de so
ciale structuur zowel als de
bevolkingssamenstelling
door de deltawerken aan
ingrijpende veranderingen
onderhevig zijn.
Hier is nodig een weten
schappelijke staf, die geho
noreerd wordt voor een
full-time job.
Nieuwe leden
Bericht van aanvaarding van
de benoeming tot lid is nog
binnen gekomen van drs. J.
Janssen, Stationsstraat 10,
Axel.
Levinus en
Willem Lemnius
twee 16e eeuwse medici
Op 16 oktober jl. sprak de
heer C. van Hoorn, arts te
Zierikzee over het onderwerp
Levinus en Willem Lemnius,
twee 16e eeuwse medici. De
lezing werd gehouden in de
sfeervolle studiezaal van de
Provinciale Bibliotheek van
Zeeland, waar een betrekke
lijk klein gezelschap zich om
de spreker had vergaderd.
De heer Van Hoorn beschreef
eerst de vader, Levinus, (1505
1568) als een geleerde,
staande op de grens tussen
twee tijdperken, de middel
eeuwen en de renaissance.
Beide weerspiegelen zich in
zijn vele wetenschappelijke
werken, die in vele Europese
talen zijn verschenen. Hij leg
de hierin vast de stand van
de medische wetenschap van
dat ogenblik, die dus nog ge
heel door de middeleeuwse
denkwijze werd beïnvloed,
maar daarnaast gaf hij blijk
van, voor die tijd, moderne,
zelfs revolutionaire inzichten
in hygiëne, en voedingsge
woonten; verder was hij een
voortreffelijk huisarts, die ook
geestelijk contact onderhield
met zijn patiënten, en ten
slotte stond hij bekend als
een moedig bestrijder van de
vreselijke pestepidemieën, die
Europa in die tijd teisterden.
Zijn bekendste werk is wel:
De miraculis occultis naturae,
opgedragen aan Koning Erik
van Zweden, aan wiens hof
Willem Lemnius, zijn zoon, als
lijfarts verbonden was. In dit
werk komt ook sterk tot ui
ting de humanistische instel
ling van Levinus. De hoofd
stukken betrekking hebbend
op theologische vraagstukken,
hebben op de Spaanse en al
gemeen Roomse index ge
staan.
De zoon Willem Lemnius
(15281574) studeerde ach
tereenvolgens te Leuven, Ro
me, Padua en Pisa, waar hij
promoveerde in 1556, cum
laude. Hij vestigde zich te Zie
rikzee, echter niet voor lang:
Waarschijnlijk om vervolging
om geloofsredenen te voorko
men, voegde hij zich bij de
stroom van protestantse emi
granten, die omstreeks 1560
naar Engeland trokken. Door
de Zweedse gezant in Enge
land, Dionysius Berrius werd
hij aan Koning Erik van Zwe
den als lijfarts aanbevolen.
Van zijn hand zijn twee wer
ken bekend: een boekje over
de bestrijding van de pest, en
een rapport over de medische
verzorging in Zweden, waar
Willem zich doet kennen als
een man van brede visie en
moderne inzichten. Na de
dood van Konink Erik, die
geestesziek was, vluchtte
Lemnius naar Londen, keerde
echter weer naar Zweden te
rug op verzoek van koning
Johan III. Hij is ten slotte in
Zweden gestorven in 1573 en
begraven in de Ridderhuis
kerk.
Aan het einde van zijn lezing
stelde de heer Van Hoorn va
der en zoon Lemnius nog even
tegenover elkaar: Levinus was
een groot man in zijn beroep;
Willem echter kan men ge
rust profetische gaven toe
kennen.
Tot besluit van deze avond
sprak de voorzitter van het
Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, mr. J. Moo-
lenburgh, een woord van
dank.
Correctie op de in het vorige nummer van het Zeeuws Tijdschrift
gepubliceerde lijst:
Middelburg:
11 november
1964
9 december 1964
Ir. J. A. TRIMPE BURGER te Amersfoort:
„Archeologie in Zeeland".
Prof. mr. B. V. A. RÖLING te Groningen:
„Vredeswetenschap".
181