H Zeeuws Tijdschrift
Zeeuwse Prijs voor dr. P. J. Meertens
NUMMER 5 14e JAARGANG 1964
Dr. P. J. Meertens, directeur van de dialect-, volkskunde- en naamkundebureaus van de Koninklijke Ne
derlandse Academie van Wetenschappen is onderscheiden met de Zeeuwse Culturele Prijs voor het jaar
1963. De vele wetenschappelijke diensten door hem aan Zeeland bewezen, zijn hiermee op passende
wijze geëerd. De redactie rekent hiertoe ook zijn bijdragen aan het Zeeuws Tijdschrift, enkele literair-
historische, een over de reorganisatie van het Zeeuwsch Genootschap, dan de opkomst van het socialisme
in Middelburg en Adriaan Steketee, een Zeeuws Christen-denker.
Het gebruik van stereotypen zou bij het huldigen van een man als Meertens uiterst pijnlijk zijn. Zij
derhalve volstaan met twee karakteristieken.
Het is niet wijd bekend dat Meertens de hoogbejaarde schrijver over Zeeuwse volkskunde J. Vader uit
Middelburg heeft aangemoedigd zijn licht onder de korenmaat vandaan te halen. Daarmee heeft onze
laureaat de Zeeuwen zeer aan zich verplicht.
De tweede karakteristiek is het dankwoord dat hij uitsprak na de uitreiking van de Zeeuwse prijs. Hef
werd een kernachtig officieus woord van opening tevens van het congres over het bevolkingsonderzoek
in het deltagebied, georganiseerd door het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen.
Dr. Meertens zei het volgende:
,,lk ben één van die vele Zeeuwen die door omstandig
heden gedwongen zijn geweest Zeela.nd te verlaten.
Die omstandigheid is allereerst het feit dat Zeeland
geen universiteit heeft. Zoals U weet heeft Middelburg
bijna een universiteit gekregen in 1575, maar onge
lukkigerwijze is toen de keuze op Leiden gevallen,
wat ik nog altijd betreur. Dat is de oorzaak geweest
dat ik met vele andere Zeeuwen het land van geboorte
verlaten heb en daar nooit meer ben teruggekeerd.
Wij Zeeuwen in de verstrooiing hebben een grote en
duurzame liefde voor het land waar wij geboren en
getogen zijn, voor het land waar wij onze eerste op
voeding en ons eerste onderwijs hebben genoten en
waar de grondslag is gelegd voor ons later leven en
voor onze latere loopbaan. Het valt mij weieens op
dat wij vanuit de verte het leven in Zeeland met een
nog groter aandacht en een nog grotere liefde volgen
dan vele Zeeuwen zelf. Wij voelen ons aan Zeeland,
als het land van onze geboorte, bijzonder verbonden
en wat daar in Zeeland gebeurt heeft steeds onze
allergrootste belangstelling.
Wat zich op het ogenblik in Zeeland voltrekt is iets
van een geweldige, revolutionaire betekenis. Er vol
trekt zich niet alleen in Zeeland maar in geheel Europa,
een revolutie, die zich misschien met geen andere in
de wereldgeschiedenis laat vergelijken. Dit is de revo
lutie die teweeg gebracht wordt door de techniek die
tot zulke ontzaglijke, majestueuze prestaties in staat
is dat niet alleen ons voorgeslacht daar ooit van heeft
gedroomd, maar ook niet mijn generatie in vroeger
jaren. Wij zijn daar de techniek bijzonder dankbaar
voor, omdat zij Zeeland ervoor behoed heeft een
achtergebleven gebied te worden, al is die dankbaar
heid vermengd met een beetje weemoed, misschien
een wat romantische weemoed, om wat daarbij ver
loren gaat aan landschapsschoon, om wat de dichter
Philibert van Borssele drie honderd jaar geleden heeft
genoemd: Mijn lieve Zeeuwsche land."
Toch overweegt de dankbaarheid en het is daarom
vandaag voor mij een dubbele feestdag dat ik niet
enkel deze hoge onderscheiding heb mogen ontvangen,
maar ook omdat wij vandaag voor het eerst bijeen
zijn, vertegenwoordigers van vele wetenschappen, om
ons te bezinnen op het wetenschappelijke werk dat
noodzakelijk verbonden moet worden aan het werk
van de techniek. Immers de wetenschap heeft geen
betekenis wanneer zij zich niet bemoeit met de mens.
En het is zo dat door alle veranderingen vele oude
waarden verloren zullen gaan, maar tegelijk ook vele
nieuwe waarden geboren zullen worden. Het is de taak
van dit congres om zich daarop te bezinnen en om de
veranderingen, de heel grote ingrijpende veranderingen
die in Zeeland plaats zullen vinden, te begeleiden met
raad en daad en wetenschappelijk inzicht teneinde op
deze wijze het vo.lk van Zeeland tot steun te zijn."
153