sonentrams van de RTM op de eilanden Voorne,
Putten en IJsselmonde, waarvan de toekomst on
zeker lijkt. Lijkt, want de Minister van Verkeer en
Waterstaat zegt in de memorie van antwoord op
de begroting voor 1964 van zijn departement:
dat met de plannen tot een eventuele opheffing
van de railverbindingen van de RTM de nodige
voorzichtigheid moet worden betracht".
Zal de honderdste verjaardag van de tram tevens
haar wedergeboorte inluiden? Onmogelijk is dat
zeker niet. In Amerika hebben de verkeersconges-
ties in de grootste steden reeds tot de terugkeer
van de tram geleid, omdat haar vervoerscapaciteit,
vooral als ze op een vrije baan ligt, die van het
andere wegverkeer verre overtreft.
Na deze algemene inleiding volgt een overzicht
per maatschappij naar volgorde van het tijdstip
van verschijnen.
1881: De tram tussen Vlissingen en Middelburg
Hoewel reeds in 1874 een concessieaanvraag werd
ingediend kwam toch pas in 1881, na vele moei
lijkheden bij de aanleg, de tram van de „Chemins
de Fer Economiques Neerlandais" tot rijden. Vol
gens krantenberichten uit die tijd werd de burgerij
aangemoedigd de gratis proefritten mee te maken.
Onderweg werden collectes gehouden waarvan de
opbrengst ten goede kwam aan de armen.
Eindelijk, op 10 december 1881, reed 's morgens
om 8 uur de tram officieel uit Vlissingen om reeds
20 minuten later te Middelburg aan de Vlissingse
Singel aan te komen. Na de 24e december ging de
tram tot de Markt te Middelburg, wat tot het einde
van het trambestaan het eindpunt is geweest. Al
leen tijdens de jaarlijkse kermis en op sommige
marktdagen lag het eindpunt op de Lange Viele.
In 1885 werd de lijn te Vlissingen uitgebreid met
de tak Betje WolfpleinBadhuis. Ook ging in dat
jaar de maatschappij over in de „Société Anonyme
des Tramways a Vapeur de Flessingue, Middel-
bourg et Extensions".
Door de komst van de „Stoomtram Walcheren" in
1906 en een plan van de firma Boasson te Middel
burg in 1907 een elektrische tram te gaan exploi
teren, werd de tramweg geëlektrificeerd en op
31 mei 1910 vond de officiële openingsrit plaats.
Aan de tram hebben we dus in feite een vroege
elektriciteitsvoorziening op Walcheren en de Beve-
landen te danken. In 1929 ging de maatschappij
over aan de PZEM en de naam werd „Electrische
Tram VlissingenMiddelburg". Door deze over
name beleefde de PZEM zelfs aanvankelijk een
opleving. Kwam in 1913 nog een uitbreiding door
de lijn StadStation tot stand, na 1930 echter ver
dween, door het „gevaar", de tram uit de Wol
straat te Vlissingen.
Oorlogshandelingen hebben op vernietigende wijze
de tramdienst stilgelegd. Na de oorlog deed nog
materieel dienst op de stadslijn te Utrecht. Op de
terreinen van de firma Polak te Middelburg worden
we nog herinnerd aan deze tram in de vorm van
een nog aanwezige bovenbouw van een motor- en
een aanhangrijtuig.
j
Tram „VlissingenMiddelburg" te Middelburg
Stadstram te Vlissingen
81
Tram SBM te Zuidzande