goed public relations te bedrijven (blz. 11). De rede nering is dat, als er meer contacten zijn, ook de ver standhouding tussen stad en platteland beter wordt. Dit moet naar mijn mening een gedachtengang ge noemd worden die niet noodzakelijkerwijze juist behoeft te zijn. Reeds nu is er in niet-agrarische kringen wrevel over bijvoorbeeld het feit, dat de landbouw allerlei subsidies uit de openbare middelen krijgt. Zou dat nu niet versterkt worden als men met eigen ogen ziet dat het hier gaat om een bedrijfstak waar men pension moet houden (of kamers verhuren) om het inkomen te vergroten en waar de vrouw des huizes naast de ver zorging van haar eigen gezin ook nog allerlei werk zaamheden in het bedrijf moet verrichten, zodat zij een veel langere werkdag maakt dan haar „collega" uit de stad? Zou men dan niet terecht kunnen zeggen, dat hier (met overheidssubsidies!) bedrijven in stand gehouden worden waarvan de rentabiliteit dubieus is? Aan het effect dat goed opgezette en goed geleide excursies naar moderne agrarische bedrijven kunnen hebben en waarvoor ook in de nota gepleit wordt, kan naar mijn mening ernstig afbreuk gedaan worden door op enigszins grote schaal de genoemde vormen van gemengd bedrijf te creëren. De planologie Meer kritische opmerkingen zijn nog te plaatsen bij deze publikatie, Zo worden planologische maatregelen wel zeer eenzijdig gezien als een belemmering voor de landbouw om zoveel mogelijk te profiteren van het toerisme. Niet vergeten moet evenwel worden, dat dergelijke overheidsmaatregelen ook een beschermend effect hebben en bijvoorbeeld de landbouw behoeden voor speculatie. Afgezien daarvan, dergelijke regelingen komen op democratische wijze tot stand door besluiten van de gekozen overheidsorganen, waartegen overigens ook beroep mogelijk is. Er zijn nog meer kanttekeningen te maken, maar ik meen dat de belangrijkste zijn vermeld. Resumerend kan gezegd worden, dat deze nota de landbouw te weinig in het middelpunt stelt. In plaats van zich af te vragen of de recreatie naast andere middelen een rol kan spelen bij de verdere ontwikkeling van de land bouw naar een in alle opzichten gezonde bedrijfstak, heeft men het toerisme met de ogen dicht omarmd als dè remedie voor een te klein inkomen, voor opvolgings moeilijkheden, voor slechte grond en marginale be drijven. Dit had ik van een nota van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij niet verwacht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 3