Krakeel om cultuur
P. J. 't Hooft
I Voor de lezer
De schuld van de ezel ligt niet
aan het pakzadel
Don Quichote
Verburg betrok terloops de economie in een be
schouwing over de cultuur in Zeeland. Dit was voor
Van Schagen aanleiding om hem duchtig op de
vingers te tikken. Cultuur is een zaak van de geest,
om niet te zeggen van de kunst; de rest is grof-
stoffelijke ballast. Borst het is de man zijn vak
trachtte wat meer speelruimte te geven. Toen
was de boot pas goed aan!
Van Schagen scheidde in een lucide analyse van
het menselijk handelen, het spelen om het spel af
van het spelen om de knikkers, het „musische" van
het „dagelijkse". Hij eiste alle speelruimte op voor
het spelen om het spel en verklaarde tabak te
hebben van de dagelijkse methode. Het bezit van
de tabak zal de heer Borst wellicht stimuleren ge
volg te geven aan de uitnodiging om nog eens op
de koffie te komen. Met belangstelling zien we
uit naar een verslag van dit bezoek.
Wie het fijne ervan weten wil (her)leze de nummers
4 en 5, jaargang 1963 en nummers 1 en 2, jaar
gang 1964, van dit tijdschrift. Tussen alle stekeltjes
en zalfjes vindt hij wijsheid en kennis om eigen
inzicht te toetsen en te verdiepen. De redactie zou
dan ook geen behoefte hebben aan een duit in
het zakje, ware het niet, dat in de sterk persoonlijk
gekleurde standpunten de feitelijke aanleiding tot
de discussie niet goed uit de verf gekomen is. Uit
de ijver echter, waarmee scribenten zich op het
doel van ons cultureel handelen hebben geworpen,
put zij de overtuiging om voort te gaan op de
ingeslagen weg. Zij zal dus aandacht blijven vra
gen voor het facet van onze cultuur, dat we hier
dan maar gemakshalve samenvatten als de gees
teswetenschappen en de kunst, als voor het facet,
dat we, eveneens gemakshalve, de techniek kun
nen noemen. Onder techniek dan niet te verstaan
de ingenieurskunst alleen, maar ook en vooral de
kennis van de stof en de wetenschap van het fei
telijk handelen; de kennis van de manier waarop
wij piano moeten spelen dus zo goed als de ken
nis van de manier waarop wij economie moeten
bedrijven. Wilt ge een ander Nederlands woord,
vooruit dan: de „know-how"; het weten van hoe
het te moeten doen. Dit niet om zich-zelf, maar
om het doel van het handelen. En dit doel, daar
over kan geen misverstand bestaan, is het geluk
van de mens!
Dat zijn dikke woorden. Als ik daar enkele per
soonlijke opmerkingen aan toe voeg, dan moet
ik mijn schroom voor dikke woorden wat over
winnen. Maar er zijn er al meer gevallen in deze
discussie. De schuld aan oorlogen en verkeerson
gevallen bijvoorbeeld. Dat mag ik toch wel bij
de dikke woorden rekenen, Heer van Schagen?
Het was toch niet bedoeld als een bewijs voor,
ja voor wat eigenlijk? Uw gelijk? Dat weet ik
beter! En ik kan er echt ook geen directe beschul
diging in zien, zeker niet. Daarvoor was het ook
veel te geclausuleerd gesteld. Maar wat dan? Een
uitdaging misschien? Als ik die aanvaard, dan
moeten er nog maar een paar dikke woorden bij.
Dan moet ik de zaak wat grover stellen, minder
subtiel, minder genuanceerd en ook wat minder
sierlijk.
Bij dikke woorden past de botte bijl beter dan
Hagenaars, zo zeggen de planologen, hebben 25 m2 recreatieterrein tot
hun persoonlijke beschikking; de mensen uit Amsterdam moeten zich te
vreden stellen met 11, die van Rotterdam met 2y2 m2. En deze strandple-
vieren uit een mensennest? Ongestoord vrijbuiteren zij langs de vloedlijn
van een Zeeuws strand, alleen in een immense ruimte.... zo lang het
seizoen nog niet is aangebroken.
Foto Wim Riemens
97