Zeeland - minzaam aanbevelend Probeer het eens bij Oranjezon, bij Borssele, bij Roelshoek of Strijenham, bij de duintjes van Kamperland en vergeet vooral de Schelphoek niet op Schouwen, Bij de toren van Westerschouwen, die half in de zeedijk staat. Je kunt er bij mooi weer Veere zien en Goes en Zierikzee. En je gaat weer geloven dat er zeemeermin nen bestaan. Wie naar Zeeland komt om te vissen, die staat op het strand bij een haventje of op een dijk, en die kijkt naar de zee. Haar het kan ook anders. Je kunt ook zee kiezen en dan naar het land kijken. Er zijn heel wat vis sersscheepjes, die er met hengelaars op uit trekken Van 's morgens zeven tot een uur of vijf, een hele dag voor een redelijke prijs, met aan boord niet meer dan een man of tien. En dat is dan een dag waarvan je er nog veel hoopt te beleven. De schipper vaart je eerst naar een plekje waar nogal platvis zit. Dat is altijd een mooi begin. Daar gooit hij het anker uit en daar ga je aan het werk. De schipper ook. Die duikt het vooronder in en een minuut of tien later begin je de koffie te ruiken. Die ruikt nergens lekkerder dan hier: de zilte zeelucht, de geteerde netten, de koffie. Maar je moet wel op je beurt wachten, want er zijn doorgaans maar vier „bakken" aan boord. Tegen een uur of elf is het tijd voor een oorlam, want ons land is nog altijd een zeevarende natie met rijke tradities. Er blijken altijd een paar flesjes aan boord te zijn gesmokkeld, waarvan de inhoud om allerlei redenen aangesproken kan worden: tegen de kou, op de goeie afloop, tegen het verzilten, om de moed er in te houden en zo maar voor de gezelligheid. En dan weer verder vissen, vangen en kijken, naar de kust, de kleine dorpjes, weggedoken achter een hoge dijk, een scheepje in de verte, de zee, de wolken Van tijd tot tijd zoekt de schipper een ander plekje op en als hij een goeie zin heeft, zegt hij om een uur of twee: zullen we eens kijken of ze smaken? Dan begint het in zijn vooronder te sissen en te spetteren en even later sta je met een bruin gebakken scharretje in je hand of een flinke moot paling. Er is op zo'n dag maar één triest ogenblik, dat is als de schipper zegt: Kom mannen, we gaan de kant weer eens opzoeken. Dat zegt hij om een uur of vier, want hij weet uit ervaring dat het nog wel een uur duurt voor iedereen zich daarbij heeft neergelegd. Bij de haven staan vrouwen en kinderen te wachten op de mannen, die terugkomen van zee. Met een goed gevuld vangnet. En toch zijn ze maar een dag weggeweest. Of was het een week? In de loop van het laatste halfjaar zijn er twee speciale uitgaven van tijdschriften aan Zeeland gewijd en staat er een op het punt te verschijnen. Het nummer van 22 november 1963 van „Beroepsvervoer", vakblad voor de transportondernemer, behandelt de economische ontwikkeling en haar gevolgen voor de vervoerssector. „Knickerbocker International" verscheen met een Zee- land-edition in februari van dit jaar. Dit stijlvol ver zorgde tijdschrift dat vooral de relaties tussen de Verenigde Staten en Nederland behartigt heeft de aandacht gevraagd voor de geschiedenis, de cultuur, het deltaplan en de toekomst in het algemeen. Thema's vormen de „images" die Amerika van Zeeland kent, al kent het wellicht Zeeland niet: oesters, Van Loon in Veere, de Vliegende Hollander in Terneuzen, de Roosevelts uit Oud-Vossemeer. Binnenkort verschijnt een Zeeland-nummer van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw, met als richtsnoer de ontwikkeling met haar consequenties voor de vormgeving van stad en land. Als speciale bijdragen over Zeeland zijn twee uitgaven het vermelden waard. De „Zakenwereld", bekend Am sterdams weekblad, verscheen met een voortreffelijk zeehaven-nummer: „Holland, Gateway to Europe" en „Holland, Tor nach Europa", Hierin komt een bijdrage voor over de Westerschelde als toekomstig haven gebied. Ter gelegenheid ten slotte voorlopig ten slotte wel te verstaan van het wereld-geografen- congres dat in juli in Londen wordt gehouden, ver schijnt binnenkort een Engels nummer van het Tijdschrift voor Economische en Sociale Geografie. Hierin komt een studie voor over de ontwikkeling van het haven gebied Gent Terneuzen. Er valt oneindig veel over Zeeland te vertellen. Hier boven alleen al werd de aandacht gevestigd op 148 pagina's kopij minstens. Het motto is: hetzelfde, maar steeds anders. Immers ieder vak interesseert zich voor dezelfde feiten onder wisselende optiek. Zeeland be hoeft in dit opzicht zijn lotgeval nauwelijks op te dringen. Het is een gewilde partij in een koper's markt. Tevredenheidsbetuigingen liggen zogezegd ter inzage. M. C. V. 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 19