Jean de Labadie
Waals predikant te Middelburg
Ds. C. Bezemer
DRIE jaren verblijf te Middelburg hebben voor De Labadie
betekend: drie jaren van roem, van aanzien en verering,
maar ook drie jaren van tegenwerking, verguizing en be-
bestrijding. Het „hosanna" en „kruist hem" waren in gelijke mate
op deze predikant van toepassing. Vanwaar deze jubelstemming?
En vanwaar deze scherp afwijzende houding? Dit artikel is bedoeld
als antwoord op deze vragen.
JEAN DE LABADIE, die leefde van 1610
tot 1674, was Fransman van geboorte.
Zijn ouders, die behoorden tot de Rooms-
Katholieke kerk, stuurden hem, wegens on
geschiktheid om als officierszoon met de wa
pens om te gaan, naar de Jezuïetenschool te
Bordeaux. Ondanks zijn ontevredenheid met
de bestaande kerkelijke vormen, liet hij zich
toch tot priester wijden. Tot een definitieve
toetreding tot de sociëteit is het echter nooit
gekomen. Hij bleek een minder gewenst lid te
zijn, aangezien het profetische en apostolische
van het ambt hem zeer na aan het hart lag.
Door ontstane conflictsituaties, alsook om ge
zondheidsredenen werd hij op eigen verzoek
in 1639 van alle verplichtingen jegens de orde
ontslagen. Van die dag af werd hij een ge
vierd prediker in Bordeaux, Parijs en Amiens.
De band met de Rooms-Katholieke kerk werd
steeds losser, vooral door zijn zelfstandig
bijbelonderzoek. In 1650 ging De Labadie te
Montauban over naar de Gereformeerde kerk,
waar hij twee jaar later tot het predikambt
werd toegelaten. Heftig bestreden door de
Rooms-Katholieke kerk vertrok hij van Mon
tauban naar Orange. Toen dit bedreigd werd
door de Franse troepen besloot hij naar West
minster in Engeland te gaan, waarheen hij
door de Franse gemeente aldaar beroepen was.
Op zijn reis naar Engeland deed hij Genève
aan, dat hem wist te bewegen daar te blijven.
Mede door zijn predikaties, waarin hij heftig
te keer ging tegen het weelderige en onzede
lijke leven, tegen dans, kansspelen, theater en
luxe in de kleding, werd hij gezien als een
tweede Calvijn. Reeds in Genève was echter
in het kerkelijk denken van De Labadie een
verschuiving merkbaar geworden van de ge
hele gemeente naar de kleine kring van aan
hangers, waarbij De Labadie zich meer en meer
vreemd toonde aan de volkskerk. Hij ging
ijveren voor een zuivere kerk, met sterke be
klemtoning van de eschatologische verwach
tingen. Teleurgesteld, omdat zijn ideaal niet
zo spoedig te verwerkelijken scheen, besloot
De Labadie Genève te verlaten en naar Mid
delburg te gaan, waar hij door de Waalse
gemeente beroepen was, aanbevolen zijnde
door Anna Maria van Schurman.
Deze vrouwéén der meest getrouwe
aanhangers van De Labadie, was bijzonder
begaafd. Zij bezat niet alleen een uitzon
derlijke talenkennis, ook in handwerk was
zij zeer bedreven. O.a. de papierknipsels,
die ze reeds op jeugdige leeftijd maakte,
door haarzelf „kinderspel" genoemd, moet
men (in het Dr. Coopmanshüs te Franeker)
gezien hebben, om een dergelijk knipwerk
86