Foto B: Deze grafsteen vertoont het beeld van een geestelijke, en in de vier
hoeken vier evangelisten. Opschrift: Hic est sepult' dns. Cornelius filius
Wyssonis quoda curat' h' ecclesie obiit an° XVC XIII mesis requiescat
in pace. (Hier is begraven pastoor Cornelis, de zoon van Wyssonis, die stierf
in het jaar 1513, toen hij pastoor van deze kerk was. Hij ruste in vrede.).
Mr. Bloys van Treslong Prins t.a.p. spreekt hier van Wyttonis: het boven
aangehaalde register vermeldt het overlijden in 1513 van Cornelis Wissonis,
door A. Smit t.a.p. correct weergegeven als Wissezoon.
Foto's: mr. C. Meijer
grafkelder blootgelegd. In ge
zelschap van de burgemeester,
de gemeentesecretaris en de
wnd. gemeentearchitect daal
den wij hierin af. In de graf
kelder troffen wij een koperen
plaatje aan, waarop stond:
S. M. C. Egter2)
20 juny 1827.
Fredericus Wilhelmus Egter,
uit Dordrecht afkomstig, werd
in 1747 als predikant te
's-Heer Hendrikskinderen en
Wissekerke beroepen. Door
een huwelijk met de am-
bachtsvrouwe van Wisseker
ke, Anna van Sonsbeeck, we
duwe de Normandie, werd hij
ambachtsheer van Wisseker
ke. Sindsdien noemt de fami
lie zich: Egter van Wisseker
ke; bij K.B. van 26 november
1930 kreeg de toenmalige am
bachtsheer, dr. F. J. D. C.
Egter (1864-1945) advocaat en
procureur bij de Hoge Raad,
later burgemeester van Briel-
le, officieel vergunning voor
zich en zijn wettige nakome
lingen de familienaam in deze
zin te wijzigen.
De grafkelder is gesticht „Ano
1636", zoals op een steen in
een der wanden te lezen staat,
waarschijnlijk onder het koor
of een kapel van de kerk van
Wissekerke. In 1807 werd dit
bouwvallige kerkje voor af
braak verkocht. De zware to
ren bleef nog tot 1872 staan.
Nadat in 1871 het huis van de
ambachtsheer gesloopt was,
gebeurde in 1872 hetzelfde
met de oude toren.
B. en W. van 's-Heer Arends-
kerke zullen overwegen welke
maatregelen genomen moeten
worden om de fraai gebeeld
houwde grafstenen op het
kerkhof (zie ook foto B) zo
goed mogelijk te preserveren.
C. M.
1) Genealogische gegevens werden
ontleend aan het artikel van J. van
der Baan: „De Nederlandsche
Leeuw, jrg. II, blz. 49.
2) Sara Margaretha Catharina Eg
ter, geb. te 's-Gravenhage op 6 fe
bruari 1827 als dochter van Frede-
rik Albert Egter en Sara Alida
Cornelia van den Bosch en over
leden te 's-Gravenhage op 6 mei
1827.
De historische studiekring
(Middelburg)
De historische studiekring
hield regelmatig haar verga
deringen, die steeds door een
tiental leden werden bezocht.
Op dinsdag 4 februari behan
delde de heer M. P. de Bruin
de Watering beoosten Yerseke,
het verdronken land van Rei-
merswaal. Aan de hand van
een kaart, waarop een recon
structie is beproefd van de
vroegere situatie, werden de
historisch-geografische pro
blemen van het betrokken ge
bied besproken.
Op de bijeenkomst van
3 maart gaf de heer M. H.
Wilderom aan de hand van
dia's een overzicht van de
waterstaatkundige gesteldheid
van de provincie Zeeland. Eén
aspect werd bijzonder belicht,
te weten het probleem van de
oever- en dijkvallen in Zee
land. Uit het ter adstructie
aangeboden kaartmateriaal
bleek duidelijk, dat de voor
Zeeland zo beruchte dijkval
len optraden en optreden op
plaatsen, waar vroeger kreken
en geulen aanwezig waren. In
de tweede helft van de vorige
eeuw neemt men maatregelen
door een stelsel van oeverver
dediging, het systeem der
vaste punten geheten.
Dinsdag 7 april sprak rnr. W.
H. Vermaas over de studie
van prof. mr. E. Meijers, „Des
Graven Stroom". Omdat prof.
Meijers het volkenrechtelijke
aspect van dit regaal min of
meer terloops heeft behan
deld, werd hieraan de meeste
aandacht besteed. Het is
merkwaardig, dat in het ge
val van de Wielingen het
recht op de stroom het terri
toriaal recht (een in Vlaan
deren ontstaan rechtsbeginsel)
doorkruist.
De filosofische studiekring
op Schouwen - Duiveland
Op dinsdag 4 februari 1964
kwam de studiekring filosofie
bijeen ten huize van de heer
Van Wijk. De heer Polder
mans hield een inleiding over
de Duitse wijsgeer E. Husserl.
De volgende bijeenkomst van
deze studiekring zal plaats
hebben op maandag 11 mei.
71