Zeeuwse kroniek M. P. de Bruin Leerjaren van een dichter Bewogen tijd De jaren 1886-1890 waren op godsdienstig gebied voor Middelburg, liever gezegd voor Zeeland een bewogen tijd. De Doleantie bracht scheiding in families, bracht breuk in gezinnen. Ds. P. J. W. Klaarhamer werd in 1886 te Middelburg als Hervormd predikant bevestigd. „Steeds aangroeiende scharen trok hij daar onder zijn gehoor, zelfs Ledeboerianen en anderen, die in conven tikels plachten saam te komen," zegt het biografisch woordenboek van protestantse godgeleerden in Neder land. Deze formulering duidt er op, dat ds. Klaarhamer geen vriend van de Synode kon genoemd worden. Hij verbrak dan ook de band en keerde terug tot de Dordtse kerkorde van 1618/19. Hij was een bewogen man, deze ds. Klaarhamer, die deze bewogenheid op het „gewone" volk en de kleine burgerij wist over te brengen. Klaarhamer wordt vooral een boetprediker genoemd, die toornde tegen wat hij als verzwakking van het beginsel zag. Onder de kleine burgerij nam de familie Boutens een geachte positie in, die nog werd versterkt toen ds. Klaarhamer voor zijn zoon de hand kwam vragen van de jongste dochter van Boutens sr. Vader Boutens, een gevoelsmens in godsdienstzaken, beschouwde het verzoek als een eer en het moet voor beide gezinnen een ontgoocheling zijn geweest, dat Leden van de vereniging „Nihil sine labore" in 1889 Zittend van links naar rechts: A. A. de Veer, J. Smit, P. C. Boutens, A. Moolenburgh, A. Montagne en L. A. M. Riemens. Staande van links naar rechts: C. J. H. Verweys, J. H. Gesel schap, J. C. Kakebeeke, K. C. Crucq, onbekend en B. J. Verhey. Ds. P. J. W. Klaarhamer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 30