Droomkastelen om een eiland
in dit nummer maar kom daar eens om in een
tijd van anderhalf miljoen toeristische overnachtin
gen. Het heeft dan ook plaats gemaakt voor Ibiza,
één van de Spaanse Balearen, waar men square,
beat, hangout, leegloper en drinker kan zijn, waar
men toch evengoed een goede nostalgische roman
over Noord-Beveland kan schrijven. Viruly moet
de eerste geweest zijn van de kaaskoppen. Hans
Berghuis, (Don Ramon en de eilanders), Cees No te-
boom (De ridder is gestorven), Esteban Copes (Ta-
mars Maan), Bertus Aatjes (In de schone Helena),
Connie Sluismans (Pepita), Harry Mulisch, Bert
Schierbeek, Hugo Claus (De dans van de reiger),
Hans Sleutelaar en Cornells Bastiaan Vaandrager,
André Kuyten (verhalen en gedicht) en Simon Vin
kenoog, voor wie het eiland plaatsvervangende
marihuana moet zijn. Wie er meer van wil weten
leze Jan Gerhard Toonder (die er ook zit), Hanni
bal en de ratten( die er ook zitten), van de Bezige
Bij.
Het is een hoge prijs die Zeeland moet betalen voor
zijn ontsluiting. Gelukkig hebben we Veere nog!
ZEEUWS ALIBI
In de Zeeuwse kranten is en wordt zelden aan
dacht besteed aan de Vlaamse strijd om culturele,
politieke en sociale gelijkberechtiging. Het lijkt er
op dat dit toe te schrijven is aan het gebrek aan
belangstelling van de lezer. Men zou wensen dat
de redacties dit tekort gingen aanvullen. In Neder
land is de interesse nooit groot geweest, ook niet
toen het flamingantisme de romantiek die ons
puriteinen tegenstaat achter zich had gelaten.
Liberalen, socialisten en protestants-politieke par
tijgangers hebben er allen hun redenen voor (ge
had) zich het lot van de Vlamingen niet aan te
trekken, al vertegenwoordigden zij ook eens be
wegingen van emancipatie. Hetzelfde geldt voor de
Rooms-katholieken. Rede/ijk lijken die redenen niet.
Voor de exponenten van deze politieke richtingen
in Zeeland of zelfs in Zeeuwsch-Vlaanderen kunnen
wij geen uitzondering maken. K/ein-Hollands is
onze houding steeds geweest.
De Vlaamse beweging is de laatste jaren in een
nieuw stadium gekomen met de Volksunie als voor
stander van het federalisme en het intelligente
maandblad Het Pennoen als vertolker van een
Vlaamse economische democratie. De Belgicisten
hebben met succes de Vlaamse Linie, progressief
weekblad der Jezuïeten, om hals gebracht. In
Zeeland is dit alles nauwelijks doorgedrongen,
gelijk de Mars naar Antwerpen van 10 november
1963 hier geen reacties heeft verwekt. Onze zoge
naamde excentrische ligging is een gebruikelijke
uitvlucht voor onze afzijdigheid. Wat is hier ons
alibi?
Vg
Een lezer uit Den Haag zond ons het weekjournaal
van het dagblad Het Vaderland van 12 oktober
1963 met een bijdrage van Jan Greshoff getiteld
„Droomkastelen om een eiland". Hierin betrekt hij
Walcheren op speelse wijze. Met toestemming van
de redactie van Het Vaderland plaatsen wij een
fragment.
VEEL later, in 1938, ontwierpen Ter Braak en ik, gedurende
een onvergelijkelijke zomer in 't huis ,,La Verne" (gelegen
aan de Chemin des Sables tussen Antibes en Juan les
Pins) een nieuw eiland. Wij gingen er van uit dat Walcheren
de eeuwenlange onderdrukking van Nederland eindelijk moede
geworden, zich onafhankelijk wilde verklaren. Of het mogelijk
zou zijn in de Noordzee het Eiland te stichten leek ons aan
vankelijk twijfelachtig, doch het onderhavige gebiedsdeel bezat
zoveel bekoring, dat er toch wel iets, zij het niet het vol
maakte, mede te bereiken viel. De onkosten zouden gedekt
worden door een speelzaal in Domburg. Wij droomden van
een zinnebetoverend bouwwerk in de stijl van de stoomdraai-
molen, met een overdaad van spiegels, luchters en pluche. Wij
waren heftig tegen een republiek. Ook Menno. Doch hij wei
gerde, uit baldadige bescheidenheid, voor zich en zijn gade
een vorstenkroon, zodat er onmiddellijk een vacature ontstond.
Middelburg zou een universiteit krijgen en Vlissingen een Rood
Paleis, om de haven aantrekkelijk voor zeelui te maken. Einde
loos werd geredekaveld over de voorwaarden van het staats
burgerschap. Het eerste vraagstuk was dit: wordt ieder die op
de dag van de onafhankelijkheidsverklaring het eiland be
woont vanzelf Walchenaar? Of moet er een nauwkeurige keuze
gemaakt worden? Wij besloten tot het laatste.
Het gevolg was dat M. Nijhoff over de grens gezet werd en
zijn goederen Ie Biggekerke overgingen aan de nieuwe staat,
doch tegen een bijzonder hoge vergoeding. Niet dat iemand
onzer bepaaldelijk iets tegen Nijhoff had. Wij wilden echter
ons nieuwe rijk vrij houden van letterkundigen. Twee, Menno
en ik, achtten wij ruimschoots voldoende, veeleer te veel.
Bovendien zouden wij Eddy du Perron ais hij naturalisatie
aanvroeg, onmogelijk kunnen weigeren. Dan zouden wij een
trio vormen en een tijdschrift daardoor onvermijdelijk worden.
Ik voor mij mengde mij in deze politieke verwikkeling waar
ik van nature een afschuw van heb, uitsluitend in de hoop
later mijn portret op een jubileum- of weldadigheidszegel te
krijgen. Met deze kinderachtige onzin hebben wij ons niettemin
gedurende de laatste goddelijke zomer vóór de uitbarsting,
kostelijk vermaakt. Er is een groot verschil tussen hef opgaan
in spelen omdat men er in gelóóft en het meedoen aan een
spel wétende dat men speelt en in staat is het vermaak elk
ogenblik te staken. De postzegels met mijn diepernstige af
beelding werden later door Marnix Gijsen bij een desbetref
fende firma in New York besteld. Maar de posterijen van de
V.S. namen die niet als wettig frankeermiddel. Ten onrechte
omdat elke staat al is hij maar een pietsie souverein op zegels
recht heeft.
Het Eiland als ideaal heeft werkelijk in mijn leven een be
langrijke plaats ingenomen. Ik geloof er nóg in. Ik geloof er
méér in dan ooit tevoren. Want nimmer hadden de mensen
van goede wille een schuilplaats zó nodig als thans. Nu wij
vervolgd en belaagd worden door de Ordenaren en de Statis
tici. Het is niet betamelijk in het openbaar te bekennen dat
men de gemeenschap van harte verfoeit. Het is echter ook
niet betamelijk in hef openbaar te liegen. Als ik het vraagstuk
van het Eiland (dat behoort zowel tot de schoonheids- als de
zedeleer en zelfs tot de wetenschap der zielsziekten) nader
wil bestuderen, neem ik zo nu en dan het werk ter hand
genaamd „Islands for Sale", door Donald McComick, die alle
aardrijkskundige mogelijkheden onder het oog ziet en een
oprecht eilandgevoel paart aan de geest eens makelaars in
vaste goederen. Van Walcheren wordt in dit handboek niet
gesproken, waarschijnlijk om de gevoeligheid van onze rege
ring te sparen en geen bisbi 1 les in het leven te roepen tussen
Nederland en het Britse wereldrijk, dat ondertussen in stilte
inkrimpt naarmate het heelal uitdijt.
64