Al deze bedrijvigheden en instellingen kun nen slechts hun bestaan ontlenen aan de mogelijkheden, die Goes dankt aan haar lig ging aan spoor, weg en water. Het is de oude haven in de binnenstad, die symboliseert, dat Goes de bron van alle bloei niet mag ver geten. Voorheen zo dicht bij het water de Schenge gelegen als in- en uitvalspoort voor een drukke scheepvaart en handel, want Goes lag op een eiland, kwam later door verzanding en inpoldering de stad in het nauw. Het brede vaarwater van de Oosterschelde als de oude handelsweg naar Holland en Engeland, naar Duitsland en de zuidelijke Nederlanden werd steeds moeilijker bereikbaar, zodat een smal kanaal en kleine sluis ruim anderhalve eeuw geleden uitkomst moesten brengen, welke thans helaas niet voldoende soulaas meer kunnen bieden. Want het zijn de bouwnijver heid en de industrie, die door groeiend Goes verlokt, tot vestiging aan de boorden van de nieuwe haven reeds nu weer uitzien naar een groter terrein aan breder vaarwater. Waar vindt men immers een beter en gelukkiger combinatie van woon- en werkgebied zo dicht bij randstad en zuiderburen, kort bij de natuur en toch voorzien van alle gemakken van het moderne leven, die een stad kan bieden. Het zijn de nieuwe perspectieven van Zee land als land van recreatie en industrie aan diep vaarwater, van kleine en grote visserij aan binnenmeren en kustwateren, waarop Goes zo gaarne inhaakt. Het is de ongerept groene en blauwe strook van polders en wate ren tussen de IJ- en Rijnmond enerzijds en de zuidelijke Scheldemond anderzijds, welke Zeeland kansen biedt. De Oosterscheldebrug en Grevelingendam brengen Zeeland dichter bij dat groeiende westen des lands, waar zo vele mensen snakken naar frisse lucht en ruimte, naar verpozing en rust. Het is de harmonie van wonen en werken waar de moderne mens naar verlangt en die Zeeland nog kan geven. Vestiging van in dustrieën en recreatiebedrijven wordt toe gejuicht, mits zij datgene, waar Zeeland nu om wordt benijd, niet aan zal tasten. Geen luchtverontreiniging en lawaaiproduktie, noch waterbevuiling en gespreide bewoning. Het gaat om herleving der mooie dorpen thans hier en daar kwijnende, maar met de toekomst voor zich, nu de rust- en vakantiezoekende grote stadsbewoner de natuur weer opzoekt. Het is het water, dat ontspanning geeft bij zeilen en vissen. Niet de raceboten, die lawaai en stank voortbrengen moeten wij onbeperkt toelaten, maar de jachtjes en de vissersboten. Het zijn de toeristisch verantwoorde kam peerboerderijen en vakantiehuizen, pensions en hotels, kampeerterreinen en jeugdherbergen die de vakantie- en weekendbezoekers zullen moeten opvangen, doch tegelijk zal men zich als gastheer en gastvrouw moeten kunnen schikken naar de wensen en verlangens van veelsoortige gasten. Materiële en mentale aan passing is op korte termijn nodig, wanneer de poorten van Zeeland over enkele jaren nog wijder worden opengezet. Reeds thans zal Goes rekening dienen te houden met deze ontwikkeling aan de waterkant, met de be hoeften van duizenden ontspanning zoeken den, die bij slecht weer vertier in de na burige steden willen zoeken. De recreatie is een vorm van consumptieve industrie, waar arbeid, grond en gebouwen en vervoer een even grote rol spelen als in de takken van produktieve industrie. Voor industriële en dienstverlenende bedrijven liggen hier grote mogelijkheden. HET is echter ook de uitbuiting van het diepe vaarwater, dat het Sloeplan een kans gaf en in de nabijheid van Goes op nog geen 15 kilometer afstand vestiging van grote industrieën mogelijk maakt. Een beroep van de zich daar vestigende onder nemers om woonruimte voor hun personeel in een naburige stad met goede verkeersver bindingen, winkelcentrum, scholen, kerken, ziekenhuizen en instellingen van allerlei aard en richting mag echter niet vergeefs zijn. Goes zal ook daarmee rekening moeten houden. Het beleid van de nieuwe minister van Economische Zaken, dat nog meer op sprei ding van industrieën zal zijn gericht en juist daardoor bij uitstek in Zeeland tot zijn recht zal komen, betekent een ontplooiing van Goes 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 21