hebben aangekeken vanwege mijn Frans met Hoge- zandse tongval ik denk aan humoristische juffrouw Velthuys met warmte en verering en dan ook nog dankbaarheid omdat ik bij haar Frans zo'n fijn vak ben gaan vinden en ik aan die liefde mijn hele leven mateloos veel plezier beleefd heb. Epimetheus of niet „Nederlands" is door Dr. Kooiman in me opgestookt tot een levenslang bran dend vuur; achteraf nog wel bedankt voor Epi metheus, Doctor! En gij, zeer gevreesde directeur Zimmerman ik besef geen Geel Gevaar meer, neen, ik zou U dankbaar een verfijnd Chinees diner willen aanbieden voor Uw komieke behandeling van het conflict, waarin Frans Elout en ik Uw hulp zijn komen inroepen, -om een onrechtvaardige beslissing van gymnastiekleraar De Graaf, wiens vak wij verafschuwden. En waarachtig, Van Schagen, zo is het over de hele linie. Ik heb in Middelburg op verschillende schoolbanken zitten luisteren of niet zitten luisteren naar mannen en vrouwen, die ik niet kon kennen. Ik heb hen gevreesd, bemind, bewonderd, ver guisd om voor 90% de verkeerde redenen. Wat ze me verteld hebben en wat ik daar dan van opving, was maar voor een klein waar, daarvan heb ik een groot vergeten en een ander nooit gesnapt. Ook is mijn oude school verwoest en weg gevaagd. En de tijd heeft zeker velen geveld. En wat is van dit chaotisch beeld de ware betekenis? Dit: dat ik, nu ik ouder ben dan een van hen toen geweest kan zijn, in een laat verworven helderheid een heel reëel Zeeuws paradijs zie. Dat is vervuld van een hóger soort waarheid en kennis dan die, welke volgens de rede klopt. Daarin hebben de goede dove Ome Snijders en Icarus en de Atomen en de juffrouwen Roldanus en Velthuys en Willem Kloos en Pythagoras allemaal een groot Gelijk gehad. Het is me, of ze me allen zonder onder scheid alleen maar schade hadden kunnen doen door anders te zijn dan ze waren. In een 50 jaar geleden vrij kwartier, onder de klanken van een voorbije Lange Jan, met een 'n halve eeuw geleden verteerd roombroodje en prevelende een rijtje Duitse woorden dat ik in mijn leven nooit heb kunnen gebruiken, loop ik vandaag nóg door een der kostbaarste en nuttigste realiteiten van mijn leven. Jij bent een dichter, jij althans moet iets van deze Westkappelse visie kunnen opvangen, al kom je dan maar van Domburg. Zijn mijn voorstellingen van scholen en leraren alleen maar het gevolg van dat speciale soort van geheugen waarmee de meesten van ons zijn toe gerust: dat bedriegelijke, verfraaiende, waarvan wel gezegd is, dat God het aan de mensen ge geven heeft opdat ze nog rozen in December zou den kunnen plukken? En, om jouw vragen te her halen: zijn spijtportretten een eerlijke zaak en eer lijke portretten niet altijd ontluisterend? Mogelijk. Maar ik stel me die vragen niet. Mijn al of niet valse voorstellingen waren er en zijn er en daarzonder (pardon) zou ik er zelf nu niet zijn. Dat brok opvoederij in Middelburg, welke de qua- liteiten daarvan dan ook waren, heeft me gemaakt. Je weet nooit precies de consequenties van jeugd gebeurtenissen, zelfs van enkele toen opgevangen woorden, maar ze kunnen, ook onbeseft, enorm zijn. Een enkel zinnetje van Dr. Kooiman, 't zij goed 't zij helemaal verkeerd door me begrepen, heeft me in de richting van mijn eerste, en zodoen de alle volgende boeken kunnen sturen. Zonder 't verhaal van Icarus had ik 30 jaren luchtvaart nét kunnen missen. Zonder 't plezier in 't Frans van juffrouw Velthuys had ik op mijn 19de nét niet naar Parijs kunnen gaan en 40 jaren plezier in Franse cultuur kunnen missen. Als meneer De Graaf wat minder sarcastisch had gedaan over mijn athle- tische gaven, was ik wellicht niet gaan wielrennen om te bewijzen dat hij ongelijk had gehad. Ik weet het niet. Maar ik ben net als ieder normaal mens: ten slotte zou ik alhoewel vrijwel constant bij zonder ontevreden over mezelf tóch niet iemand anders willen zijn. En ik zou iemand anders zijn, als het Gele Gevaar onder de trap minder streng gekeken had, of als Ome Snijders niet zo doof, juffrouw Roldanus niet zo adembenemend prachtig mooi geweest was. Ik ben alleen maar mezelf door die hutspot van voorstellingen in het verleden, ook en juist die uit de Zeeuwse schooltijd. Het was zoals het was, het leek zoals het leek en nu is alles zoals het is of lijkt. Niets had anders kunnen zijn en zo is het goed. Dit is wel amor fati te noemen. Ik bedoel: ik ben op alles uit die Walcherse tijd mateloos gesteld, op alles wat ik toen fijn gevonden heb, en óók op wat dan niet zo verblijdend, leuk of mooi was. Zoals Domburg. A. VIRULY Toren uit de herfsttij der middeleeuwen; voleinding van de stadhuisbouw die Hendrik IV van Borsele en diens zoon Wolferd VI ondernamen. Aan de voet van deze toren, bijna vijf eeuwen oud, vielen schepen uit Schotland binnen met hun ladingen wol; de klokken van deze toren hebben Bretons begroet, Catalanen, Basken, Florentijnen en schippers uit eigen stad, wanneer zij uit toen nog verre landen thuiskeerden met olie, zout, Canarische suiker, aluin, komijn, wijn, honing, azijn, ansjovis, Spaanse zeep en runderhoorns. Na de bloei de ondergang, natuurlijk. Voortaan voeren alleen vissersboten de haven nog binnen. En ook die verdwenen, evenals het vertrouwde veerbootje op Kamperland. De Veerse stadhuistoren kijkt uit op dood water, waarin de zeilers wat leven brengen. Foto Wim Riemens 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1964 | | pagina 16