Uan McAageti cum ViAuly,
Amice,
DE vorige brief eindigde ongeveer vóór de
schooi Waarom zouden we onze oude
H.B.S. nu ook maar niet binnengaan? Een
beetje nieuwsgierig naar je bevindingen ben ik na
tuurlijk wel. Daarnaast drijft me hef oude school
jongenscomplex. Het bevindt zich nog in goede
welstand. Niet zo verwonderlijk ook deze jaren
waren levensbepalend. Wat direkt opvalt: hoe
een centrale plaats school en leraren voor ons
hadden in die tijd, dat je eigenlijk voor het eerst
waf degelijker werd geconfronteerd aan de ruimere
weidegronden der volwassenen. Terwijl dat speciale
weitje, waar Eva domineert, allicht de attentie nog
niet zo verontrustte, als later wel eens het geval zou
zijn. Mooie, heldere jaren, die van de Sepierstraat,
toen de wereld zich aldus nog zonder ernstige inter
rupties aan ons kon ontvouwen. Geen wonder, dat
de gidsen bij deze ontdekkingstochten een achteraf
wel eens waf onevenredig groot schijnende plaats
in ons leventje innamen. Ik weet niet, hoe het jou
vergaan is, maar hier was het wel zo, dat ik met
school en leraren opstond en naar bed ging, prac-
tisch genomen. En deze paedagogische ommante-
ling zat eigenlijk nog lekker ook. Als ik achteraf
kritiek heb, is het misschien veeleer dat er te weinig
leraren waren, dan dat ik een te grote overvloed
heb gevoeld. Er zijn een paar lacunes, die ik be
paald betreur. B.v. die van dat ene leraresje, dat
er niet was en dat mijn éducation sentimentale had
moeten inleiden. Het heeft misschien wel tot de
lezing van Daphnis en Chloë en ook van Candida
geduurd, eer ik deze behoefte bewust formuleerde,
maar ze was reeds reëel genoeg aanwezig in die
onrijpe, ongeformuleerde jaren: de behoefte aan
een lieve, tactvolle deskundige, die me, zo omtrent
IV en VB, wat wegwijzer had kunnen maken in de
doolhoven der erotiek ze had me meteen wat
manieren kunnen leren, wat sociale paedagogiek
kunnen aandoen, wat psychologie. Hoeveel on
nodige kopstotingen, hoeveel vermijdbare déraille
menten, hoeveel psychische kronkelwegen had ze
me kunnen besparen ze had maar enkele jaren
ouder behoeven te wezen. Juist op dit allerbelang
rijkste gebied worden we in het volwassen leven
losgelaten als een kudde schapekoppen excuseer
me de beeldspraak, maar ik zie het feit niet anders.
Hoéft dat nu allemaal zo? Zeker, ik weef het wel
er is tegenwoordig iets, dat „sexuele voorlich
ting" heet, niet? Iets dokterachtigs, ongetwijfeld
zeer hygiënisch en sanitair. Maar mag ik in alle
bescheidenheid en onschuld vragen, of dit nu, naar
der Overheden machtige wijsheid, werkelijk het
éérst en enig nodige is? Wat een opvatting! Heb
ben deze wijzen dan nimmer bemind? Was de
erotiek voor hen dan enkel maar een physieke aan
gelegenheid? Ik weiger eenvoudig, hieraan nog
één woord toe te voegen, het is boter aan de galg
gesmeerd. Maar gemist heb ik dat leraresje wel
zéér.
Ze was de enige gids niet, die aan mijn propae-
deuse ontbrak. Waar was de filosoof? Waar was
het lesuur „peripatetische oefeningen"? Allerlei
hoeken van het universum werden voor je belicht,
maar het bleef incidenteel. Een universeel gezicht
op het grote panorama, dat je voor een goede
coördinatie, voor een efficiënte hantering van al
die détailkennis toch wel meer en meer nodig ging
krijgen, een kleine, eenvoudige „encyclopedie" ont
brak. De gidsen voerden je binnen in wat schijn
baar chaotiek was, maar realiter toch wel iets van
een kosmos wezen moest. Het was, of je, vóór het
grote „zwemmen of verzuipen" des levens begon,
wel instructie kreeg in allerlei aardige waterspel
letjes, maar het zwemmen moest je maar zien, dat
je jezelf eigen maakte. De kerkelijken hebben dan
tenminste nog het voordeel, dat ze een eigen bassin
bezitten, waar hun een zekere vaardigheid in een
bepaalde zwemslag, die je de mythische zou kunnen
noemen, wordt bijgebracht. Mijn kerkeloze ouders
echter, hoe lief en goed ze het ook bedoelden, ze
brachten het in dit opzicht niet verder dan symp-
tomatiek, dan wat losse facetten. Tot een samen
vattend vademecum konden ze me niet opvoeren,
hoogstens tot een generaal vraagteken op zich
zelf nog niet zo on-wijs, want waar komt zelfs de
dóórgezouten geoefende zeezwemmer uiteindelijk
elders terecht dan bij datzelfde teken? Maar is het
nu altijd wel de beste weg, te beginnen daar, waar
je eigenlijk eindigt? Enige instructie in de wijze
van nadering tot de grote mysteriën, enige weg
wijzing inzake de velerlei wegen, langs welke men
de top van de berg bereiken kan, het was helemaal
niet te onpas geweest. Casimirs geschiedenis van
het menselijk denken brave Simons van de
W.B.! heeft me, als ik het wel heb, bij mijn
eerste pogingen om dit gat te stoppen begeleid.
Niet helemaal zonder vrucht weliswaar, maar het
was zo droog, zo professoraal, ik had ook nog een
hart weet je. Ik weet niet wat jouw ervaringen
waren, maar de mijne hebben me geleerd, dat het
bij dergelijke inleidingen eigenlijk om een niet
minder erotiek getint spel gaat en misschien zelfs
wel om een zeer aan dat van voormeld leraresje
in het vak „omgangs-wijsheid" verwant spel
amor en caritas zijn me later nogal eens zéér
communicerende vaten gebleken. Casimir had zulks
niet in de gaten, of hij mikte nu eenmaal op wat
anders. Ik miste dat element en heb dit gemis,
naar ik meen, wel min of meer kunnen bijspijkeren
48