No. 6
Er is geen twijfel aan: de zes
zijn Piet Dellebeke en zijn vrien
den uit Gapinge. De ongevraag
de, zeer positieve aanduiding van
de heer Van Langevelde uit Sint-
Laurens heeft de waarde van een
bewijs.
Het clubje moest inderdaad een
groep landlieden uit Sint-Laurens
voorstellen, omdat dit zo paste in
de historiegetrouwe nabootsing
van de ontvangst der commissaris
sen-generaal op 5 mei 1814.
Met de zes prentbriefkaarten,
die deze regels vergezellen is het
gros vol. Honderdvierenveertig
historische curiosa, gedoseerd met
gemiddeld een half dozijn per af
levering. Doel was, met praatjes
bij plaatjes aan te tonen hoe snel
en ingrijpend ook de Zeeuwse sa
menleving in een halve eeuw ver
anderd is. Deze koele opzet heb
ik spoedig prijsgegeven, omdat het
contact met de lezers mij daartoe
drong. Aan reacties heeft het na
melijk niet ontbroken. Spontane,
eenvoudige, trouwhartige uitingen:
„Ik kan U vertellen wie er op die
foto van Annetjeliesjesdag staan."
„Met betrekking tot die lucht
ballon kan ik U meedelen
„In het gezelschap van Jacoba
van Beieren (Goes 1907) bevindt
zich mijn moeder." „Wat was
het daar mooi vroeger." „Het
lijkt nog maar zo kort geleden
Uiteraard kwamen al deze re
acties van mensen, die ver in de
tijd terug kunnen zien.
Het probleem van een vaste ru
briek als het Zeeuws Prentenboek
is niet, hoe te beginnen, maar te
beseffen op welk moment men ein
digen moet. Als er geen reacties
meer komen, heeft men zijn liedje
No. 143
No. 144
yüg. G C. fisijïfs Jr Ho. 1281? Pottenmarkt. MIDDEL