No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Over grenswijzigingen schrijven is in Zee land misschien wel even riskant als het pu bliceren over grondkosten en grondprijzen in gemeentelijke uitbreidingsplannen. In beide gevallen immers heerst het sentiment vaak over het argument, zoals de rubrieken „Lezers schrijven", „Het vrije woord" en hoe ze verder in onze dagbladen ook mogen heten, bij herhaling leren. Nu is het beslist niet mijn bedoe ling over het pro of contra van Rond griffie en secretarie door Mr. L. A. v. Splunder grenswi|zigingen te spreken, al is de verleiding groot een goed woord voor het bestaansrecht van de kleine gemeenten in het midden te brengen. Zeker, een gemeen te kan TE klein zijn (waar ligt overigens precies de minimum-grens?), maar ik ben tot dusver nooit onder de indruk gekomen van wat men weieens pleegt te noemen „het probleem van de kleine gemeenten". ALS dit probleem al bestaat dan is er daar naast nog het levensgrote vraagstuk van de grote gemeenten, die vaak meer weg heb ben van grote ambtelijke diensten dan van bestuursgemeenschappen. Om nu weer tot de Zeeuwse zaken terug te keren: in tal van discussies rondom aan hangige grenswijzigingsplannen duikt het begrip „hoofdgemeente" op. Ik neem hier een willekeurig voorbeeld (dat overigens niet theoretisch is) om het begrip te ver duidelijken. De gemeenten A, B en C willen, als het niet anders kan, wel samensmelten tot de nieuwe gemeente X, maar dan stelt ge meente A als „voorwaarde", dat zij al vast als „hoofdgemeente" wordt aangewezen. In een enkel geval is men zelfs weieens zo ver gegaan, dat aan de minister van bin nenlandse zaken werd gevraagd deze op lossing in het wetsontwerp, dat de grens wijziging regelt, op te nemen. Aan een dergelijk verzoek kon natuurlijk geen gehoor worden gegeven, eenvoudig, omdat regering noch wetgever daartoe de bevoegdheid bezitten. Het Nederlandse staatsrecht kent alleen gemeenten-zonder meer. Als drie gemeenten om maar even bij ons voorbeeld te blijven worden op gelost in een nieuwe bestuurseenheid ont staat er EEN nieuwe gemeente. Er zijn in Nederland geen hoofdgemeenten. Staats rechtelijk staan Amsterdam en Overslag op één lijn, of de eerste dat nu leuk vindt of niet. De facto is er natuurlijk wel wat ver schil. Ik denk hierbij aan de positie van de wethouders in de grootste gemeenten en het toezicht van gedeputeerde staten op diverse rechtshandelingen. Met dat begrip „hoofdgemeente" be doelt men waarschijnlijk die woonkern van de nieuw te vormen gemeente, waar de zetel van het plaatselijk bestuur zal worden gevestigd. Er is echter maar één orgaan, dat competent is die kern aan te wijzen en dat is de raad van de nieuwe gemeente. Dat gebeurt dus pas, wanneer de grens wijzigingsprocedure geheel is afgewerkt, dat wil dus zeggen, nadat de grenswijzi- gingswet in het Staatsblad is verschenen. Intussen heeft de praktijk in onze provincie wel uitgewezen, dat ook dan het sentiment nog niet helemaal verdwenen is! In dit ver band mag wel even worden herinnerd aan wat zich in de nieuwe gemeenten Brouwers haven en Duiveland heeft afgespeeld. En werd niet onlangs in een Zeeuwse ge meenteraad nog gepleit de leegstaande ambtswoning van de burgemeester beschik baar te houden als een troef om tot „cen trumgemeente" gepromoveerd te worden? 119

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 23