Zeeuws Tijdschrift
Qidsje spelen rond een toren
N U M M E R 4 13e J A A R G AN G 196 3
G. A. de Kok
EERLIJK gezegd: er bestaat een lichte spraakverwarring. In
het Zeeuwse gewest wordt om meer public relations ge
roepen. In de staten, in politieke bijeenkomsten, in de pers.
Maar het geroep is soms onsamenhangend en allerlei begrippen
worden voortdurend door elkaar gebruikt. Ginds klinkt de tover
spreuk van onze tijd public relations" en een eind verder
hoort men kreten over „persconferenties", maar woorden als „voor
lichting" en „publiciteit" zijn evenmin van de lucht. Bij nadere in
formatie evenwel blijkt, dat de meeste roepers hetzelfde bedoelen.
Een soort spraakverwarring dus: iedereen spreekt op eigen wijs over
één en hetzelfde object. Mogen wij voorzichtig pogen hier en daar
een bescheiden wegwijzertje neer te zetten rond dit Zeeuwse torentje
van Babel? Het is niet meer dan „gidsje-spelen", zonder ook maar
de geringste pretentie het laatste woord te willen of te kunnen spre
ken. Veelmeer een voorzichtige verkenning op een gebied, waarvoor
in Zeeland de laatste tijd grote belangstelling bestaat.
TWEE zaken met name worden in deze
Zeeuwse discussie nogal gemakkelijk
door elkaar gebruikt, alsof het zou gaan
om twee volkomen identieke begrippen:
public relations enerzijds en voorlichting an
derzijds. In werkelijkheid echter is er een ver
schil: voorlichting is een beperkter begrip dan
public relations, is van een andere onder
geschikte orde. Dit verschil wordt duidelijk
zodra men met definities gaat werken. Dr. M.
Weisglas, de eerste Nederlandse theoreticus op
dit terrein, noemt public relations de bewuste
en systematische zorg voor het geheel van de
externe betrekkingen van een maatschappelijk
lichaam. Deze zorg is er op gericht een gun
stige publieke opinie te kweken, te doen voort
leven of te bevorderen ten aanzien van de
bron en het voorwerp der public relations.
Later heeft M. J. Anema een bredere formu
lering genoteerd: hij acht public relations het
systeem, dat een organisatie in staat stelt een
gunstig klimaat te scheppen voor haar on
gestoorde ontwikkeling. En voorts heeft hij
een precisering gegeven van wegen, waarlangs
men dit doel kan bereiken, namelijk: door het
instandhouden van begrip en waardering voor
en vertrouwen in het streven van een organi
satie bij alle groeperingen waarmee zij hetzij
direct hetzij indirect in aanraking komt. En
als middelen, die hiertoe ten dienste staan,
noemt Anema: het verstrekken van oprechte
informaties en het vervolmaken van de poli
tiek dier organisatie.
97