No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Het gemiddelde van de ansjovisvangst be draagt in dit gebied thans circa 14 °/o van de vangsten welke vóór de afsluiting van de Zuiderzee werden behaald. Hoe is dit verschil tussen het gedrag van de haring en de ansjovis te verklaren? Klaar blijkelijk kan de haring voor zijn voortplan ting niet buiten het brakke water van de zuidelijke Zuiderzee, waar het zoutgehalte circa 10 o bedroeg. De Oosterschelde is met zijn 28 °loo veel te zout voor de voortplanting van deze haringstam. De Zuiderzeeharing stierf praktisch uit nadat de Afsluitdijk was voltooid. Een enkel exemplaar komt ook nu nog in het voorjaar naar het brakke water van het Noordhollands kanaal om te paaien. De bliek (jonge haring) welke thans nog in de Zeeuwse wateren wordt gevonden behoort tot een geheel andere haringstam en wel tot de populatie welke in najaar en winter in het Kanaal kuit schiet. Ten onrechte hebben de Bergse vissers vroeger deze bliek voor jonge exemplaren van de Bergse panharing versleten. De ansjovis schoot in de Zuiderzee kuit in het noordelijk deel, benoorden de lijn Sta vorenEnkhuizen, waar het zoutgehalte toen tertijd 15-25 o bedroeg. In de Waddenzee is de voortplanting wel mogelijk, maar het geschikte gebied werd door de afsluiting zover gereduceerd dat een daling tot circa 14 °/o van de voormalige populatiesterkte, dus ook van de jaarlijkse vangsten, het gevolg was. Door de afsluiting van de Zuiderzee is de Nederlandse ansjovisvangst als geheel sterk teruggelopen, maar doordat de vangsten in de Oosterschelde door de afsluiting niet werden beïnvloed is het aandeel dat de weervisserijen in de Nederlandse ansjovisvangsten hebben van circa H/i °/o tot 30 gestegen. Hoe kan nu worden verklaard dat de ansjo visstand in de Oosterschelde zich ook na de afsluiting van de Zuiderzee kon handhaven Het antwoord op deze vraag ligt zeer voor de hand: omdat de ansjovis van de Ooster schelde een aparte stam vormt die jaar op jaar naar de Oosterschelde terugkeert om te paaien en onafhankelijk is van de ansjovis-populatie die vroeger de Zuiderzee, nu de Waddenzee, in het voorjaar binnentrekt om te paaien. Reeds lang is bekend dat de zalm het kunstje verstaat om na een langdurig verblijf in zee de rivier terug te vinden waardoor hij eens de zee be reikte en zelfs het zijriviertje op te sporen waarin hij eens geboren werd. Juist in de laat ste jaren heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat dit geen privilege van de zalm is, maar dat vele vissoorten een sterke trouw aan het paaigebied vertonen. Zelfs in een toch betrekkelijk kleine zee als de Noordzee blijken tal van vissen zoals tong, schol en haring door een aantal populaties vertegenwoordigd te zijn, die in de paaitijd met een grote mate van nauwkeurigheid hun eigen paaigebied weten op te zoeken. In dit licht gezien is het hele maal zo verwonderlijk niet dat de Ooster- schelde-ansjovis als een aparte stam moet wor den beschouwd, welke steeds weer in de Oosterschelde terugkeert. De afsluiting van de Zuiderzee ging daarom aan deze ansjovisstam ongemerkt voorbij. Hierdoor wordt ook dui delijk hoe in vroegere jaren de vangsten in Oosterschelde en Zuiderzee in hun fluctuaties niet altijd gelijk opgingen en men in het begin van deze eeuw jaren heeft gekend dat de Oosterschelde-stam klaarblijkelijk weinig tal rijk was. Afsluiting van de Oosterschelde zal deze ansjovis het bestaan onmogelijk maken. Hun trouw aan het paaigebied zal verhinderen dat ze zich eenvoudig bij de populatie van de Waddenzee gaan voegen. Perspectieven AFSLUITING van de Oosterschelde in het kader van het Deltaplan zal on herroepelijk een einde van de weer- visserij in de Oosterschelde met zich mee brengen. Feitelijk moet echter gesteld worden, dat dit interessante bedrijf zijn economische levensvatbaarheid reeds lang verloren heeft en dat het eigenlijk nog slechts als nevenbedrijf kan worden uitgeoefend. Tot circa 25 jaar geleden was het zo, dat de onvis-opbrengsten de bedrijfsonkosten konden dekken. De ansjo vis bracht de bonus. Bleef de ansjovis bepaalde 111

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 15