Spelerijden
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No 2
„Toen we jong waren
Zo duidt de generatie van bejaarden en
hoogbejaarden de betrekkelijk zorgeloze tijd
aan die aan de trouwdag voorafging. „Toen
we jong waren gingen we spelerijden, op de
laatste dag van Middelburgse kermis."
Zes jeugdige paren met een Jan Plezier het
eiland rond. Des morgens te acht uur ver
trokken zij, met hun voorraad broodjes, hard
gekookte eieren en gedroogde scharretjes, hun
flesjes bier en de rode bessen. Er was gewoon
lijk wel een jongeman die op de schippers-
piano de zang begeleidde:
Zo trekken we voort
van oord tot oord
en onze muziek
is magnifiek;
we amuseren het publiek.
Geven wij geen moed verloren
en feesten wij maar heel de dag:
wij zijn voor ons plezier geboren
en ons plezier dat kan ons slechts bekoren!
Over de Oude Vlissingseweg ratelde het
wagentje naar Souburg. Ter hoogte van „Het
Pareltje" wachtte de eerste tol, bij het Ronde
Putje de eerste pleisterplaats. Vandaar via het
Souburgse Oranjeplein en Wachtpost 66 op
Vlissingen aan.
Langs de buitenkant van de Scheldestad
holder-bolderde, zong en wuifde het clubje
naar de Koudekerkseweg, toen nog een groene
zoom aan het Walcherse zomerkleed. Even
vóór de buurtschap Lammerenburg werd
waarschijnlijk die boeiende foto genomen die
als eerste bij deze regels is afgedrukt. Een
foto van 1907. Bij Van Vlaanderen in Zoute-
lande kregen de paarden haver en rust, de
pretmakers bestelden koffie. Amper een uur
later, in het vroon langs de weg naar West-
kapelle, moest desondanks of dientengevolge
weer gepleisterd worden. „(H)eulen!" riep' het
gezelschap in de richting van de koetsier, die
dan terstond zijn dieren tot stilstaan bracht.
60