Belangwekkend ook is, dat in het
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
Graansilo.
Van de mechanische apparatuur zouden wij
willen noemen de handdorsmachine en de
paardedorsmachine, aangedreven door een
tred- of rosmolen. Op de boerderij „De Elze-
boom" te Meteren in de Betuwe is een derge
lijke paardedorsmachine, die door twee paar
den wordt aangedreven, momenteel nog in
gebruik. De eerste stoomdorsmachine deed in
1854 in „De Wilhelminapolder" zijn intrede.
Misschien is dit de eerste stoomdorsmachine in
Nederland geweest.
In 1893 en 1904 waren er in Zeeland ach
tereenvolgens 24 en 20 stoomdorsmachines en
442 en 894 paardedorsmachines. Met de
graanmaaiers en de dorsmachines had de me
chanisatie in de landbouw zijn intrede gedaan.
Wij zien daarbij dat de oude oogstgebruiken
langzamerhand verdwijnen. Tot op het laatst
van de 19e eeuw werd bij het binnenhalen van
de laatste tarwe feest gevierd, waarbij het
personeel op brandewijn met zoute bolletjes
werd getracteerd en koeken werden gebakken.
midden van de vorige eeuw over vor
men van samenwerking werd gesproken
bij het gebruik van landbouwwerktuigen. In
het verslag van de Zeeuwse Landbouw Maat
schappij over het jaar 1863 wordt hieromtrent
onder meer het volgende opgemerkt:
„Vdn groot belang zou het zijn dat men
in verschillende delen van ons gewest lieden
vond, die zich de meer kostbare machines
en zverktuigen aanschaften, teneinde daar
mee bij de landbouwers rond te gaan wier
bedrijven te klein zijn om de kosten van die
werktuigen te kunnen dragen."
Hier wordt een lans gebroken voor het
loonbedrijf, dat zich inmiddels zodanig heeft
ontwikkeld dat wij het in onze agrarische sa
menleving eenvoudig niet meer kunnen weg
denken. Over het gezamenlijk aankopen en ge
bruik van werktuigen luidt het oordeel in eer
dergenoemd verslag niet gunstig.
Hoewel de periode tussen de Eerste en
Tweede Wereldoorlog een belangrijke ontwik
keling heeft te zien gegeven, zowel op het ge
bied van de oogst als het dorsen van het graan,
is deze ontwikkeling niettemin tot aan de
Tweede Wereldoorlog betrekkelijk geleidelijk
verlopen.
Weliswaar vond de overgang plaats van de
paardebinder naar de trekkerbinder en kwa-
Maaidorser met graantank.
58