De economische regionale toerisme betekenis van het 49 No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT ze brachten een zekere saamhorigheid in dub bele betekenis tot stand, die een later geslacht zou missen. Ik denk hier b.v. aan het schrijnend meieren van de zaag in Alberts' houtzagerij, aan het ijselijk gerekte piepen van de tram in de bocht van de Langevielebrug en ook weliswaar van geringer draagwijdte, maar je kon hem toch de halve Kinderdijk ver vernemen aan het rom melende stampen van den oliemolen, aan het gonzend snorren van de meelfabriek als je met een bij Vos gehuurd bootje op het kanaal piereman- gochelde, en ook, als de wind méézat, aan het nog ver verneembaar op gang komen van de locomotief, die de trein naar Holland brengen moest; zo'n locomotief kon het zwaar hebben. Er was ook, Donderdags, het kletteren van de ijzeren banden der „verenwagentjes", waarmee de boeren ter markt kwamen. Zó stil was dit land toen nog, dat je, Donderdagmiddags buiten fietsende, tot in de verre verte, heel fijntjes, overal het denderen van de wagentjes vernam dan gingen ze weer allemaal naar huis. Het was een wonderlijke sen satie, dat tengere denderen héél ver weg, alsof je even in den tijd terug kon luisteren en daar wagen tjes reden, die al honderd jaar niet meer bestonden. AAN de wetenschappelijke arbeid van de instituten voor de studie van het vreemdelingenverkeer, verbonden aan de universiteiten in Bern, Frankfort a/M., St. Gallen, München, Palermo, Rome, Saar- brücken en Wenen alsmede aan een aantal deskundigen op het gebied van het toerisme en het verkeerswezen danken wij een stroom van literatuur alsmede resultaten van onder zoekingen en enquêtes, waarvan in deze studie een neerslag te vinden is 1). In ons land verschenen enige dozijnen pu- blikaties van onderzoekingen, verricht door de Rijksdienst voor het Nationale Plan, het Centraal Bureau voor de Statistiek en van enige deskundigen, die zich na de tweede En laten we dan nu maar mogen eindigen met een eerbiedig saluut aan Middelburg's straatrumoer No. 1, het prinselijk geluid, dat heel onze jongens tijd met even waardige als vruchtdragende regel maat heeft begeleid en opgemonterd en dat, hoé ook de tijden veranderd mogen zijn, nog steeds onbetwist over alle lawaaien onzer goede stad re geert: het Carillon. Wèl is het dom, zoals er zoveel doms gebeurt in deze domme tijd on barmhartig besnoeid en is het niet meer mogelijk, tot „vóórslag" in de Abdij te blijven, omdat je dan toch altijd nog makkelijk vóór het slaan de school deur in de Sepierstraat halen kon, wèl zijn er diverse oude dierbaren, als b.v. „les cloches de Corneviile", „connais-tu Ie pays, oü fleurit Ie ci tron" en niet te vergeten: Mendelsohn's Frühlings- lied blijkbaar voor goed gesneuveld, maar het doet je toch altijd nog het hart van trots en vreugde opspringen, als je daar, zomaar gewoon op straat lopend, plotseling een Schubert of een Mozart zijn Olympische vreugden hóóg boven onze ordinaire hoofden hoort uitvieren. Kom daar eens om in welke zwaarwichtig cultureel beladen wereldstad ook! Maar de Langejan met de keizerskroon levert het! Ing. J. Nikerk wereldoorlog op dit gebied hebben gespecia liseerd. De A.N.V.V. en de A.N.W.B. geven jaarverslagen uit over de werkzaamheden dezer verenigingen, alsmede enige cijfers over het potentieel van het vreemdelingenverkeer in ons land. Dit geschiedt eveneens door enige provinciale en plaatselijke verenigingen van vreemdelingenverkeer, voor zover het gege vens over hun rayon betreft. Bijzonder belangwekkend zijn de jongste, hier volgende, publikaties van de A.N.W.B., die onlangs verschenen: „Toerisme in de sneeuw" door ir. W. A. J. de Weerd; „Bewegwijzering, een historische taak van de A.N.W.B.";

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1963 | | pagina 17