Volkskarakter en taal in Oost-V laanderen ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. s door Prof. Dr P. de Keyser OALS het karakter van een individu is het karakter van een volk of van een volks stam een uiterst complex begrip. Evenmin als een volk de som is van de indi viduen die tot een bepaald volk behoren, is het volkskarakter het gemid delde van de reacties of afreacties van dat volk tegenover andere volkeren. Al aanvaardt men vrij algemeen het bestaan van een volks karakter, door sommige geleerden als een fic tie, een vals beeld of een slechte mythologie bestempeld, daarom is het nog niet herleid baar tot een formule, die onfeilbaar haar toepassing vindt in de concrete gevallen van de levenswerkelijkheid. Met de middelen der exacte wetenschappen zal de geaardheid van een volk wel nimmer geheel te achterha len zijn. Het volkskarakter immers verandert met de tijd, zoals het individueel karakter zich, hetzij door zelfopvoeding, hetzij door opgelegde gedragsregels, geleidelijk, maar ze ker wijzigt. Volkskarakter is bijgevolg geen objectief gegeven, dat voor alle tijden geldt, het is integendeel een veranderlijke kracht, die zich tijdelijk om een constante kern polari seert. Die constante kern zijn dan de ras eigenschappen van een volk, die overeenstem men met de bio-psychologische aanleg bij een individu. Wie zichzelf spiegelt, spiegelt zich door gaans zacht! Voor de herkenning van het volkskarakter is het geraden zich te spiegelen in andermans' spiegel, in onderhavig geval in de spiegel der omringende volkeren. Op ge reduceerde schaal is die spiegel voor de Oost- Vlamingen het oordeel van de West-Vlamin gen, de Brabanders, de Henegouwers en de Zeeuwen. Het is niet betwistbaar dat de Oost- Vlamingen qua volkskarakter van de West- Vlamingen afwijken. Tegenover de luchtiger West-Vlamingen zijn de Oost-Vlamingen zwaarder op de hand, zoals de Brabanders eveneens een meer levenslustige indruk maken dan de Vlaanderaars. Het meest affiniteit ver tonen de Oost-Vlamingen, voor de West-Vla mingen overigens Oosterlingen, met de Zeeu wen, door hun dialect nochtans meer verwant met de West-Vlamingen, en met de Henegou wers, die onder de Walen éénzelfde ernstiger, bedaarder, zakelijker mensenslag vertegen woordigen. Is het de Schelde, de rustige, krachtige stroom, die de volkeren van zijn oevers aldus verbindt? Was Doornik niet de hoofdstad van de Frankische koning Chlodo- wech? De erfmassa bij de Schelde-volkeren is zonder twijfel GermaansFrankisch: blank- huidig, blondharig en blauwogig, de Kel tischAlpiene inslag, in Zeeland het sterkst voorhanden, niet te na gesproken. Naast de opgeschoten forse gestalte met lichte, roskleu rige beharing treft men immers het kortge- stuikte type met bruine of donkere oog- en haarkleur veelvuldig aan. Onvermengd is het ras al evenmin als in de rest van West-Europa, dat sedert de vóórhistorische tijden zoveel be- volkingsgolven over zich heen heeft zien spoe len. Hier spitst het karakterprobleem zich reeds toe. Is het niet eerder de invloed van de bodem en van het klimaat, de strijd tegen het water, dat het karakter heeft geboetseerd, dat van de Oost-Vlamingen en de Henegouwers een volk van landbouwers, van vee- en paar- denkwekers, en subsidiair van handelaars heeft gemaakt. Oost-Vlaanderen is een land van landbou wers en vertoont het karakter van alle land bouwende volkeren: bedachtzaamheid, over leg, werkzaamheid, doorzettingsvermogen, ge duld, lijdzaamheid, aanpassingsvermogen met als moreel-politieke uitlopers: traditionalisme, 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 4