No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
starring tot vaste typen. Het belfort wordt
dan weer gekoppeld aan de hal, dan weer aan
het stadhuis. Vaak maakt het een onderdeel
van het bouwwerk uit (IJperen, Brugge, Sluis),
dan weer staat het er naast (Gent).
Deze zeer gevarieerde vormen der Vlaamse
architectuur vinden we in Zeeland terug, en
wellicht is er in ons land geen tweede streek
te vinden, die een zo gevarieerd en levendig
beeld vertoont in zijn bouwkunst. Men moet
er tevens rekening mee houden, dat een nieuwe
vorm zelden de oude traditie verdrong, zodat
in de loop der eeuwen het beeld slechts veel-
vuldiger werd. Juist door dit lang voortleven
van traditionele vormen is de Vlaamse invloed
op Zeeland van zó groot belang, daar ze op
deze wijze werkzaam bleef tot lang nadat de
directe invloed had opgehouden te bestaan. Zo
vormt de Vlaamse vormenrijkdom het grond-
kapitaal, waarop de Zeeuwse architectuur nog
eeuwenlang teert. Een goede illustratie hiervan
is het contract met een Gentse timmerman, die
in 1402 de kruisingstoren te Hulst zou bou
wen. Deze toren moest worden „so goet als
eenich tor in Vlaenderen staet sonderlinghe
der toeghenoemt der tor van Dixmuden den
tor van Deynse of van Beveren". De laatst
genoemde toren is nog romaans en we krijgen
hier een indruk van de hardnekkigheid der
traditie, zelfs in de kerkgebouwen van de gro
tere steden.
Een blik over de Zeeuwse kerken toont ons
hun wisselvallige structuur. In Middelburg be
zat de Westmonsterkerk een kruisingstoren, de
Noordmonster daarentegen een west-toren.
Eenzelfde verschil in bouwwijze vertoonden
de beide kerken van Sluis. Nog zeer laat in de
Middeleeuwen vinden we in Zeeland juist bij
de grootste kerken het ontbreken van een
westtoren, zoals te Hulst, Brouwershaven en
Goes. Te Zierikzee schijnt de laat-gothische
toren later voor een reeds bestaand westfront
gebouwd. Een voor deze streken meer uitzon
derlijke plaatsing van de torens zagen we te
Aardenburg, waar de nu verdwenen O.L.V.-
kerk een dubbel getorend westfront bezat en
de St. Bavokerk een enkele toren aan het west
einde der noorderzijbeuk. De kerk te Zeven
bergen (N.-Br.) bezat een toren aan de noord
kant van het koor. En heeft niet de toren van
Zeeland, de Lange Jan te Middelburg, een zeer
originele en goede plaats gevonden tegen een
zijkant der kerk?
De kleinere kerken echter werden in het ge
bied der Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden
vrijwel zonder uitzondering voorzien van een
westtoren. Hierdoor vertonen ze een zekere
zelfstandigheid tegenover Vlaanderen, waar
ook voor kleinere kerken veel kruisingstorens
voorkwamen. "Wij zagen dit in het huidige
Zeeuwsch-Vlaanderen o.a. bij de verdwenen
kerk van Axel en die van St. Anna ter Mui
den. Doch al mag het veelvuldig gebruik van
een westtoren op zichzelf afwijken van wat in
Vlaanderen gebruikelijk is, in opbouw en dé-
Foto Rijksdienst v. d. Monumentenzorg
Afb. 2. Kooraanzicht van de Ned. Herv. Kerk
te Sinoutskerke
111