No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Koningin des Hemels. Nóg duidelijker komt dit uit op afb. 3. Het is alsof de kleine Jesus de beschouwer uitdrukkelijk wijst op de kroon. Deze schildering onderscheidt zich van de overige door nauwgezette weergave van aller lei détails. Zij is waarschijnlijk uit een latere periode, ook al doordat de voorstelling zelf, blijkbaar de H. Familie, een unicum moet worden genoemd. Alleen zal de iconografie nader moeten worden onderzocht op de attri buten die de mannelijke figuur draagt. Is het Sint Joseph met de pelgrimsstaf, waaraan een schelp? (Tegenwoordig wordt hij algemeen afgebeeld met de leliestaf als herkennings teken). De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bo demonderzoek heeft van de verschillende fres co's prachtige gekleurde glasplaatjes laten ver vaardigen. Voor een belangstellend publiek heeft de Directeur, dr Glazema, deze ver toond op een bijeenkomst te Aardenburg, waar de bevolking gelukkig duidelijk zijn in teresse voor de vondsten heeft getoond. Het best bewaarde graf en enkele goede fragmenten heeft men uit de grond gelicht, teneinde ze te conserveren en op een geschikte plaats te bewaren. Belangrijk werk werd ook verricht door de heer Van Hinte, die onder dezelfde moeilijke omstandigheden als de middeleeuwse kunste naar, van alle blootgemaakte graven calques heeft gemaakt met bewonderenswaardig uit houdingsvermogen in de koude tochtige open kerkruimte. De gelijksoortige graven te Sluis werden ontdekt, toen een studentenwerkgemeenschap, op initiatief van de Rijksdienst voor Oudheid kundig Bodemonderzoek, de oude fragmenten van de roemruchte St. Janskerk ging ontgra ven. Deze kerk, die de naam had de grootste te zijn van Vlaanderen (104 m lang en 50 m breed over het transept) werd gesticht in de laatste helft der XlVe eeuw, volgens sommi gen ook alweer op de grondslagen van een ouder gebouw. Na de brand van 1811 werden de ruïnes in 1823 totaal opgeruimd. De recon structie van de fundamenten is voor het tou- ristenstadje een gelukkig idee gebleken. Het terrein vormt een attractie voor de vreemde lingen, die er enigszins een compensatie vin den voor het gemis van het oude stadhuis, waarvan de integrale herbouw nog wel even op zich zal laten wachten. Op de plattegrond (afb. 4) is de plaats, waar de graven werden gevonden bijgetekend. Men zal zien dat de graven niet precies recht hoekig werden gemetseld. Aan het hoofdeinde zijn ze wat breder dan aan het voeteneind zodat ze de vorm verkrijgen van een trape zium. 5t -Jan5KCRK te Sluis -r1 Afb. 4. 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 23